NL
Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
1 Overzicht van de bedieningselemen-
ten en aansluitingen
1.1 Frontpaneel
1 Niveau-LED's voor de uitgangsversterker
bij oversturing licht de rode LED CLIP op
2 Volumeregelaar voor het signaal op de ingang
PGM INPUT (11)
3 Status-LED's
FAULT
licht op, wanneer er in de versterker
een storing is opgetreden
PROTECT licht op, wanneer de versterker over-
verhit is, of wanneer er in de verster-
ker een storing is opgetreden
PRIORITY licht op, wanneer de versterker via
de aansluiting PRI CTL (14) naar de
ingang PRIORITY INPUT (16) is om-
geschakeld
POWER
POWER-LED
4 POWER-schakelaar
Opmerking: Als er door de noodstroommodule
een spanning van 24 V naar de aansluiting DC
POWER (6) wordt gestuurd, kunt u de versterker
niet uitschakelen.
1.2 Achterzijde
Opmerking: Om comfortabeler tewerk te gaan kunt
u alle groene aansluitklemmen bij het vastschroe-
ven van de aansluitleidingen van hun stekkerverbin-
dingen afnemen.
5 POWER-jack voor aansluiting op een stop-
contact (230 V~/50 Hz) met behulp van het bij-
geleverde netsnoer
Por favor, abra la página 3 de este manual de
E
manera que pueda visualizar los elementos ope-
rativos y las conexiones descritas.
1 Elementos operativos y conexiones
1.1 Panel frontal
1 VU-Metro para el amplificador
en caso de sobrecarga, el LED rojo CLIP brilla
2 Potenciómetro de reglaje de volumen para la
señal presente a la entrada PGM INPUT (11)
3 LEDs indicador de estado
FAULT
brilla si un error sobreviene en el
amplificador
PROTECT brilla si el amplificador está sobreca-
lentado o si aparece un error en el
amplificador
PRIORITY brilla cuando se conmuta el amplifi-
cador vía el borne PRI CTL (14)
hacia la entrada PRIORITY INPUT
(16)
POWER
indicador de funcionamiento
4 Interruptor POWER ON/OFF
Observación: Si una tensión de emergencia de
24 V está presente en el borne DC POWER (6),
el amplificador no puede estar apagado.
1.2 Panel trasero
Observación: Para una mejor manipulación al
conectar los cables es posible sacar todas las barri-
tas de conexión verdes.
5 Toma de alimentación para conectar el aparato a
la red 230 V~/50 Hz mediante el cable de red
entregado.
6 Bornes DC POWER para una unidad de ali-
mentación de emergencia de 24 V.
12
6 Aansluitingen DC POWER voor een 24 V-nood-
stroomeenheid
7 Relaisuitgangen voor het aansluiten van signaal-
gevers
Het relais AC spreekt aan bij afwezige netspan-
ning, bij doorgesmolten interne netzekering of
als het apparaat met de netschakelaar (4) is uit-
geschakeld.
Het relais DC spreekt aan bij doorgesmolten
interne zekering voor de noodvoeding of bij
afwezige spanning van een noodstroomeenheid
op de aansluitingen DC POWER (6).
Het relais FAN is bij dit apparaat uitgeschakeld.
8 De relaiscontacten schakelen om, als de verster-
ker via de aansluiting PRI CTL (14) naar de
ingang PRIORITY INPUT (16) wordt omgescha-
keld
9 Luidsprekeraansluitingen
10 Afdekplaat, wordt bij het monteren van de fout-
bewakingsmodule PA-6FD weggenomen
11 Gebalanceerde lijnsignaalingang voor gewone
aankondigingen en achtergrondmuziek
Gevoeligheid voor volledige uitsturing 0,775 V
(0 dBu)
12 DIP-schakelaars
Nr. 1 voor het in- en uitschakelen van het
400 Hz-hoogdoorlaatfilter (dempt de lage
tonen voor een betere verstaanbaarheid)
Nr. 2 onderste stand ON (fabrieksinstelling),
wanneer de foutbewakingsmodule PA-6FD
(toebehoren) niet is ingebouwd
bovenste stand OFF, wanneer de module
is ingebouwd
Nr. 3 voor het in- en uitschakelen van het test-
signaal van 20 kHz, als de module PA-6FD
is ingebouwd – zie hoofdstuk 4.1, bedie-
ningsstap 6
13 Controle-LED: licht op, als de versterker naar
behoren werkt
7 Salidas relé para la conexión de indicadores
El relé AC responde si no hay voltaje de red pre-
sente, el fusible de red interno está fundido o
cuando el aparato está apagado con el inter-
ruptor POWER (4).
El relé DC responde si el fusible interno para la
alimentación de emergencia está fundido o si no
hay presente ningún voltaje de una unidad de
alimentación de emergencia en las conexiones
DC POWER (6).
El relé FAN no tiene función en este aparato.
8 Los contactos de relé conmutan si el amplifica-
dor está conmutado vía el borne PRI CTL (14) a
la entrada PRIORITY INPUT (16).
9 Bornes altavoces
10 Tapa, se saca cuando se inserta el módulo de
vigilancia de error PA-6FD
11 Entrada señal línea simétrica para anuncios nor-
males y música de fondo.
Sensibilidad 0,775 V (0 dBu) en plena potencia
12 Interruptores DIP
Número 1: para conectar y desconectar el filtro
pasa alto 400 Hz (diminuye los gra-
ves para una voz más nítida)
Número 2: posición inferior ON (reglaje de
fábrica) cuando el módulo de vigilan-
cia de error PA-6FD (accesorio) no
está instalado,
Posición superior OFF cuando el
módulo está instalado
Número 3: para conectar y desconectar la señal
de prueba 20 kHz cuando el módulo
PA-6FD está instalado – vea capi-
tulo 4.1, punto 6
13 LED de control: brilla cuando el amplificador fun-
ciona correctamente
14 Bornes OUT para la salida 24 V (la tensión siem-
pre está presente cuando el amplificador está
conectado; carga 0,5 A) y
14 Aansluitingen OUT voor de 24 V-uitgang (steeds
spanning bij ingeschakelde versterker; belast-
baar met 0,5 A) en
Aansluitingen PRI CTL voor een voorrangscha-
kelaar: bij gesloten voorrangschakelaar schakelt
de versterker om van de ingang PGM INPUT
(11) naar de ingang PRIORITY INPUT (16)
15 Volumeregelaar voor het signaal op de ingang
PRIORITY INPUT (16)
16 Gebalanceerde lijnsignaalingang voor belang-
rijke aankondigingen – zie ook pos. 14 en 15;
gevoeligheid voor volledige uitsturing 0,775 V
(0 dBu)
17 Alternatieve ingang SLAVE INPUT voor het
aansluiten op een 100 V-luidsprekerkabel
1.3 Foutbewakingsmodule PA-6FD
De foutbewakingsmodule is als toebehoren verkrijg-
baar en behoort niet tot de leveringsomvang van de
versterker. De module wordt op de plaats van de
afdekplaat (10) gemonteerd.
18 Relaisuitgang voor het aansluiten van een sig-
naalgever
19 Aansluitingen COM en HOT; met de aansluitin-
gen SPEAKER OUTPUT (9) verbinden: HOT op
100 V en COM op COM
20 Meetpunten voor het instellen van de aanspreek-
gevoeligheid
21 Regelaar voor het testgeluidsniveau van 20 kHz
22 Regelaar voor de aanspreekgevoeligheid
Bornes PRI CTL para un interruptor de prioridad;
si el interruptor de prioridad está cerrado, el
amplificador conmuta de la entrada PGM INPUT
(11) hacia la entrada PRIORITY INPUT (16)
15 Potenciómetro de reglaje de volumen para la
señal presente a la entrada PRIORITY INPUT
(16)
16 Entrada de señal simétrica línea para los anun-
cios importantes – vea puntos 14 y 15; sensibili-
dad 0,775 V (0 dBu) en plena potencia.
17 Otra entrada SLAVE INPUT para conectar a una
línea altavoces 100 V
1.3 Módulo de vigilancia de error PA-6FD
El módulo está disponible como accesorio (no en-
tregado). Se instala en el sitio de la tapa (10).
18 Salida relé para conectar un indicador
19 Conexiones COM y HOT: para conectar a la
tomas SPEAKER OUTPUT (9): HOT a 100 V,
COM a COM
20 Puntos de medida para regular la sensibilidad de
respuesta
21 Reglaje para el nivel de señal de prueba 20 kHz
22 Reglaje para la sensibilidad de respuesta