INSTALLATIE
Procedure in geval van een wijziging in de gasfamilie
Brander
maximum
kookplaat
De branders van de kookplaat hoeven niet op
primaire lucht te worden afgesteld. Een
correcte vlam is een goed gedefinieerde
kegel met een blauwgroene binnenkant.
Een kleine sissende vlam of een hoge,
gele,
rokerige
vlam
kegelvorm betekent dat de gaskwaliteit niet
goed is of dat de brander beschadigd of
vervuild is. Om de vlam te controleren is
het noodzakelijk de brander ongeveer 10
minuten
met
een
verwarmen en vervolgens de knop op de
minimale vlam te draaien. De vlam mag
niet doven of over de injectoren gaan.
De gastoevoer naar de branders van de
kookplaat wordt tot stand gebracht en
geregeld door middel van de kleppen die
zijn
uitgerust
met
gasafsluiter. De kleppen moeten worden
afgesteld met de brander aan, in de stand
"minimale
vlam",
stelschroevendraaier.
Wijziging: gas
Vlam
butaan/propaan naar
1. Vervang de injector
volgens de injectortabel.
2. Draai de stelschroef
minimum
iets
vlamhoogte in.
zonder
duidelijke
maximale
vlam
de
automatische
met
een
2,5
aardgas
los
en
stel
de
te
Afstelling kleppen
Let op:
Zodra de afstelling is voltooid, moet
op het apparaat een sticker worden
aangebracht waarop het gastype is
aangegeven waaraan het fornuis is
mm
aangepast.
26
Overschakeling van
aardgas op
butaan/propaan
1. Vervang de injector
volgens de injectortabel.
2. Draai de stelschroef
iets aan en controleer de
vlamhoogte.