1.
Zet de AAN/UIT-schakelaar in de AAN-positie
(Afbeelding 17, pos. 1).
2.
Het display (Afbeelding 17, pos. 2) geeft UIT
weer.
3.
Druk op de AAN/UIT-knop.
4.
Houd de SET-knop ingedrukt tot SET op het
scherm verschijnt.
5.
Kies met de plus- en min-knop de juiste dag
en bevestig dit met de SET-knop.
6.
Gebruik de plus- en min-knop om de juiste
tijd in te stellen:
•
Uren, bevestig met de SET-knop;
•
Minuten, bevestig met de SET-knop.
7.
Druk op de MOD-knop om de gewenste
functie te kiezen: handmatig of programma.
Handmatige functie
1.
Stel met de plus- en min-knop de capaciteit in waarop het verwarmingsapparaat zal
werken. De 3 zonnen geven aan of het verwarmingsapparaat is ingesteld op lage,
gemiddelde of hoge capaciteit.
Programmafunctie:
1.
Stel met de plus- en min-knop de gewenste temperatuur voor het apparaat in. Het
apparaat kiest automatisch de juiste verwarmingscapaciteit om de gewenste
temperatuur te bereiken en te behouden;
•
10 minuten nadat de gewenste temperatuur is bereikt, schakelt het apparaat over van
hoge capaciteit naar gemiddelde capaciteit;
•
iedere 5 minuten controleert het apparaat de omgevingstemperatuur en past het
verwarmingsvermogen aan:
-
als de omgevingstemperatuur meer dan 1 graad onder de gewenste temperatuur
ligt, zal het apparaat de capaciteit verhogen;
-
als de omgevingstemperatuur binnen 1 graad onder en 1 graad boven de gewenste
temperatuur ligt, zal het apparaat de huidige capaciteit behouden;
-
als de omgevingstemperatuur meer dan 1 graad boven de gewenste temperatuur
ligt, zal het apparaat de capaciteit verminderen;
-
als de omgevingstemperatuur meer dan 2 graden boven de gewenste temperatuur
is, stopt het apparaat na 5 minuten met verwarmen.
In de meeste gevallen zal het apparaat de ruimte iets hoger opwarmen dan de gewenste
temperatuur. Om energiekosten te besparen is het aan te raden om de gewenste
temperatuur niet te hoog in te stellen en naar wens aan te passen.
14
Afbeelding 17