13
XENYX XL3200/XL2400/XL1600 Gebruiksaanwijzing
HIGH
De HIGH-regelaar van de EQ-sectie controleert het bovenste frequentiebereik
van het desbetreffende kanaal. Het betreft hier een shelving-filter, die alle
frequenties boven 12 kHz verhoogt of verlaagt.
HIGH MID
Met de HIGH MID-regelaar kunt u het middenbereik versterken of verzwakken.
Het betreft hier een peak-filter, die het frequentiebereik bij 3 kHz verhoogt
of verlaagt.
LOW MID
Met de LOW MID-regelaar kunt u het middenbereik versterken of verzwakken.
Dit peak-filter maakt een verhoging resp. verlaging bij 300 Hz mogelijk.
LOW
Met de LOW-regelaar kunnen de lage frequenties worden versterkt of
verzwakt. Het betreft hier een shelving-filter, die alle frequenties boven 80 kHz
versterkt of verzwakt.
EQ
De EQ-toets schakelt de equalizer in. Het uit- en inschakelen maakt een snelle
vergelijking tussen bewerkt en onbewerk signaal mogelijk.
5.2.2 FX/MON/AUX zend-wegen van de stereokanalen
De AUX- en FX-wegen van de stereokanalen functioneren in feite precies zoals die
van de monokanalen. Omdat de AUX-bussen mono zijn, wordt een stereosignaal
eerst in een monosignaal overgebracht, voordat het op de bus terechtkomt.
5.2.3 Kanaal-fader, pan-regelaar, mute-schakelaar, enz.
BAL(ANCE)
De BAL(ANCE)-regelaar bepaalt het relatieve aandeel tussen het linker- en
rechteringangssignaal, voordat beide signalen op de stereo-main mix-bus
(of op twee subgroepen) worden geleid.
MUTE
Met de MUTE-schakelaar schakelt u het kanaal stom. De bijbehorende MUTE-LED
geeft aan, dat het kanaal stom geschakeld is.
SOLO
Druk op de SOLO-schakelaar om het signaal in de koptelefoon af te luisteren
en tegelijkertijd op de monitorindicator 1/2 weer te geven. De bijbehorende LED
brandt bij geactiveerde solo-functie.
CLIP
De CLIP-LED brandt, wanneer het kanaal te hoog werd bijgestuurd. Mocht dit het
geval zijn, draai de TRIM-regelaar dan iets terug, totdat de LED niet meer brandt.
SIG
De SIG-LED brandt wanneer in het kanaal een signaal voorkomt dat hoger is dan
-20 dB. Deze indicator is fader-onafhankelijk, zodat ook bij gesloten fader of mute
geschakeld kanaal een omliggend signaal wordt weergegeven.
Fader
De kanaal-fader bepaalt het niveau van het signaal in de main mix resp.
in de subgroepen.
1-2, 3-4, MAIN
De routing-schakelaar leidt het signaal naar de betreffende subgroepen en/of
de main-mix. Let op het volgende: Wanneer u een stereosignaal met behulp van
de routing-toets op de subgroepen plaatst, dient de balance-regelaar zich in de
middelste stand te bevinden, zodat het signaal op twee subgroepen terechtkomt
en stereo blijft.
5.3 De main-sectie
5.3.1 MAIN A-sectie
BAL(ANCE)
De BAL(ANCE)-regelaar bepaalt het signaalaandeel tussen het linker- en
rechteruitgangssignaal, voordat beide signalen naar de MAIN A-uitgang worden
geleid. Zo kan de geluidssterkte van de mixersom links en rechts verschillend
worden ingesteld, mocht de installatiesituatie dit noodzakelijk maken.
MAIN MUTE
Is de MAIN MUTE-schakelaar ingedrukt, dan is de mixersom stom geschakeld.
De MUTE-LED brandt wanneer de MUTE-schakelaar is ingedrukt. Alleen
hetCD/Tape-signaal komt op de Main Mix. Hiermee verhindert u dat tijdens
speelpauzes of ombouwpauzes storingsruis via de microfoon op de PA-installatie
terechtkomt, die in uiterste gevallen zelfs de luidsprekermembranen
beschadigen kan. Het mooie hiervan is dat de Main Mix-Fader open blijft zodat u
tegelijkertijd CD-muziek (over de CD/TAPE INPUTs) kunt inspelen. De faders voor
de in stilte geschakelde kanalen kunnen tevens hun instelling behouden.
MAIN A
Met de uiterst precieze MAIN A-fader regelt u het uitgangsniveau van de
Main Mix.
MAIN B
Afhankelijk van de configuratie in de MAIN B-sectie is het uitgangsniveau op de
MAIN B-uitgang afhankelijk van de MAIN A-fader.