lager zijn dan die van het onderste compartiment (voorbeeld: 5°C boven en 15°C lager).
• Om de temperatuurzone te selecteren, drukt u eenmaal op (H), de bovenste zone zal knipperen en de
(H) -toets nogmaals om deze naar de onderste zone te schakelen. De ingestelde temperatuur kon alleen
worden ingesteld onder de status van de flitser.
• Druk op de toetsen "+" of "-" (C of B) om de binnentemperatuur van iedere zone in te stellen. De
temperaturen worden in graden aangegeven op iedere display van de betreffende zone
bovenste compartiment en
• Tijdens de eerste ingebruikname geven de displays de in de fabriek voorgeprogrammeerde
temperaturen aan. Druk op de knoppen "+" of "-"(C of B) van de respectievelijke compartimenten om
de gewenste temperatuur te kiezen.
• De temperatuur wordt met 1°C of 1°F verhoogd als u één keer op "+" (C) drukt en met 1°C/1°F
verlaagd als u één keer op de knop "-" (B) drukt.
Wanneer de omgevingstemperatuur 25°C is en de wijnkoeler geen fles heeft, duurt het
ongeveer 12 minuten om de temperatuur van de wijnkoeler te verhogen van 5°C naar
12°C. Onder dezelfde omstandigheden duurt het ongeveer 25 minuten om de
temperatuur van de wijnkoeler te verlagen van 12°C naar 5°C. Hoe lager de
temperatuur, hoe minder tijd er nodig is. De insteltemperatuur van de bovenste zone
moet lager zijn dan de onderste zone.
Weergave van de temperatuur
Om de ingestelde temperatuur in beide zones op elk gewenst moment te kunnen bekijken, dient u op de H-
knop te drukken, waarna de ingestelde temperatuur gedurende 5 seconden knipperend verschijnt.
Het display toont dan weer de huidige binnentemperatuur.
OPMERKING: bij het eerste gebruik of na gebruik van de wijnkelder na een lange periode van inactiviteit is de
binnentemperatuur niet meteen de temperatuurinstelling op het display. Om een homogene temperatuur te
verkrijgen, is het inderdaad noodzakelijk om enkele uren te wachten op een temperatuuraanpassing van de
wijnkelder. Om overmatige condensatie te voorkomen wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan 28 °
C, mag u de temperatuur niet verlagen tot onder 7 ° C.
BELANGRIJK: nadat u het apparaat hebt losgekoppeld of uitgeschakeld, of na een
stroomonderbreking, is het absoluut noodzakelijk dat u 5 minuten wacht voordat u het opnieuw
inschakelt.
Temperatuuralarm
Een alarm gaat aan en de display begint te knipperen in geval van:
-
De temperatuur in een van de zones stijgt of daalt buiten het temperatuurbereik (5-12°C of 12-
20°C)
-
U schakelt het apparaat in als de temperatuur in het apparaat sterk afwijkt (+/- 4°C) van de
ingestelde temperatuur na 7 uur werken
-
Er zijn te veel items tegelijk in het apparaat geplaatst en de temperatuur in het apparaat is erg
verschillend (+/- 4°C) ten opzichte van de ingestelde temperatuur na 7 uur werken
-
De deur is niet goed gesloten
Deuralarm
Er gaat een alarm aan en de display begint te knipperen wanneer de deur gedurende langer dan 60s niet
goed gesloten is. Wanneer eenmaal de ingestelde temperatuur bereikt is, schakelt het alarm uit en stopt
de display met knipperen. Indien het geluid u hindert, kunt u het geluidsalarm uitschakelen door één keer
op de toet I te drukken. De display blijft knipperen totdat de ingestelde temperatuur bereikt is. Het display
licht dan constant op en het alarmsysteem is weer volledig actief.
v
or het onderste compartiment.
voor het
82