8.7 Verbindingen van koelmiddelleidingen controleren op lekkage na
het vullen van koelmiddel
8.8 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen
RXTJ-A, RXTA-C, RXTM-A, RXTP-A, ARXTM-A
R32 Split-reeks
4P728168-5 – 2024.04
OPMERKING
Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om te voorkomen dat de
compressor defect geraakt.
Vereiste: Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd
(lektest en vacuümdrogen) alvorens koelmiddel bij te vullen.
1 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort.
2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel bij.
3 Open de gasafsluiter.
Indien het koelmiddel moet worden weggepompt (wanneer het systeem
gedemonteerd of verplaatst moet worden), zie "15.2 Afpompen" [
informatie.
1 Voer de lektesten uit; zie
2 Vul met koelmiddel.
3 Controleer op koelmiddellekken na het vullen (zie hieronder).
Dichtheidstest van lokaal gemaakte koelmiddelverbindingen binnen
1 Gebruik een lektestmethode met een minimum gevoeligheid van 5 g
koelmiddel/jaar. Testlekken met een druk van minstens 0,25 keer de
maximale bedrijfsdruk (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit).
Wanneer een lek is gedetecteerd
1 Tap het koelmiddel af, repareer de verbinding en herhaal de test.
1 Vul het label als volgt in:
Contains fluorinated greenhouse gases
RXXX
f
GWP: XXX
2
1
+
1
GWP × kg
1000
a Als bij de unit een meertalig label voor gefluoreerde broeikasgassen is geleverd (zie
accessoires), neemt u de gewenste taal en kleeft u ze op a.
b Koelmiddelvulling af fabriek: zie naamplaatje van de unit
c Bijgevulde hoeveelheid koelmiddel
d Totale hoeveelheid koelmiddel
e Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen van de totale koelmiddelvulling
uitgedrukt in ton CO
f GWP = Globaal opwarmingspotentieel
"7.3 Koelmiddelleiding
a
kg
b
1
=
kg
c
2
=
kg
d
2
=
=
e
tCO
eq
2
-equivalent.
2
8
Koelmiddel vullen
|
4
63] voor meer
4
controleren" [
39].
Uitgebreide handleiding voor de installateur
45