BEDIENINGSVOORSCHRIFT
I) Thermo-elektrische regel- en beveiligings-
apparatuur
Technkche gegevens
De beveiliging geschiedt d.m.v. 2 thermo-koppels
en 2 waakvlambranders.
1
De voedingsspanning van de gasregelblokken
2 Thermo-koppelspanning moet minimaal 7 mV
zijn, in belaste toestand.
3 Opgenomen vermogen
is totaal 120 VA.
4 Indien een kamerthermostaat toegepast wordt,
dan moet deze geschikt zijn voor 220 V.
Î S
220
V-50 Hz.
I nbedrljlstellen
1
Kontroleer gasaansluitingen op lekkage.
2 Vul de installatie tot ca. 2 bar. waterdruk.
3 Kontroleer de elektrische aansluitingen (Fase/
NutíAarde).
4 Schakel de elektrische voeding van de ketel in.
5 Schaket de circulatiepomp in en kontroleer de
montagestand en draairichting.
6 Open de gashoofdkraan (gasleiding goed ont-
luchten!).
7 Stet de ketettherrnostaat in op de gewenste
temperatuur
(ca. 85" C).
8 Druk
de
witte knop van
één
der gasregelblok-
ken goed in en ontsteek m.b.v. de Piëzo-vonk-
ontsteker de waakvlam. Indien de waakvlam
brandt, de knop nog ca.
60
sec. goed ingedrukt
houden en dan toslaten. De brander zal nu voor
een deel gaan branden. Vervolgens deze han-
deling herhalen bij het andere gasregelblok.
De brander zal nu in zijn totaliteit branden.
9 Laat de ketel 5 minuten branden en kontroleer
de branderdruk
volgens
het typeplaatje.
10 Stel de eventuele kamerthermostaat
in
op de
gewenste temperatuur.
WAARSCHUWING
Na een mislukte branderstart5 rninuteri wacht-
tijd aivorens punt 8 te herhalen
Na het uitvallen of het afschakefen
van
deelek-
trische voeding zal de bevei~igingsafsluiter
dicht gaan, de ketel uitgaan en de waakvlam
doven.
De
ketel
komt
niet
automatisch
in
be-
drijf. (Zie elektrisch schema
op
bladzijde7). De
ketel dient opnieuw inbedrijfgestdd
te
worden.
Uitbedrijfnemen:
1
Druk de rode knoppen op de gasregeiblokken
in.
2 Sluit de gashoofdkraan.
3 Schakel de elektrische voeding van de ketel uit.