-
INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR
Algemeen
De elektrische aansluiting en voorzieningen
moeten worden uitgevoerd volgens NEN 1
OIO.
Tevens dienen de plaatselijke voorschriften van de
energiebedrijven te worden nageleefd.
De gasregel- en beveiligingsapparatuur is voorbe-
draad tot in de schakeikast' (standaard elektroni-
sche uitvoering) cq. aansluitdoos (thermoelektr.-,
O1 0-
en
O1
3-uitvoering). Zie stroomkringschema's
op bladzijde
7 en 8.
De bedrading voor de voeding, de thermostaten
en de elektrode van de nivobeveihging dienen
door de installateur te worden verzorgd. De elek-
trische aansluitingen dienen overeenkomstig de
meegeleverde schema's te worden uitgevoerd.
*)
De bedrading tussen ev. schakelkast voor uit-
voering
OIO
en 013 en
de
aansluitdoos van de ap-
paratuur dient door de installateur te worden ver-
zorgd (losse bedradingsschema's
op
aanvraag).
De bedrading dient overeenkomstig NEN
1010 in
doorvoerbuizen cq. kabelkanalen gelegd te wor-
den en op deugdelijke wijze aan het toestel ge-
monteerd te worden.
Alle aan te sluiten onderdelen dienen voorzien te
zijn van een deugdelijke aarding. De ketel wordt
ter plaatse van de startbrander geaard.
De branderautomaat is fasehul gevoelig!
Niveau beveiliging
Fabrikaat: Kübler
Type: GNOU/FS/KS/IEC
Voeding: 220 V-50 Hz
Opgenomen vermogen: 5 VA
Elektrode spanning: 24
V
N
Werkgebied:
>
8 en
<
22 mA
N
Rookgasklep (tegen meerprijs leverbaar)
De motor en de eindschakelaar dienen beide door
de installateur, overeenkomstig het meegeleverde
aansluitschema, aangesloten te worden met be-
hulp van een meeraderige kabel. De rust- en
arbeidspositie van de eindschakelaar worden ge-
kontroteer door middel van een veiligheidscha-
keling, zodat de juiste werking gewaarborgd blijft.
Het benodigde hulprelais is met deeindschakelaar
tot één geheel samengebouwd en wordt als één
eenheid op de ketel gemonteerd.
Brandschakelaar
Overeenkomstig NEN 3028 dient buiten de stook-
ruimte een zgn. brandschakelaar te worden ge-
monteerd om in geval van calamiteiten devoeding
naar het toestel te kunnen verbreken.
Elektrotechnische gegevens
Voeding: 220 V-50 Hz (L/N)
Opgenomen vermogen: zie typeplaat
Maximale zekeringswaarde: 6 A.
Aansluitkabel:
2 1 1 2
mm2 VmvK
Verbindingskabel: 1
v2
mm2 Vmvk (of getijkwaar-
dig)
6