alleen door gekwalificeerd
vakpersoneel en alleen met
originele reserveonderdelen
repareren. Hierdoor wordt
garandeert dat de veiligheid
van het persluchtapparaat blijft
behouden.
z Voor ingebruikname
Lees deze gebruiksaanwijzing en neem deze
in acht, voordat u het apparaat in gebruik
neemt. Het is verplicht om de fundamentele
veiligheidsmaatregelen op te volgen om
beschadigingen aan het apparaat te
voorkomen en letsel van de operator te
vermijden of van andere personen die in
de werkomgeving verblijven.
z Ingebruikname
AANWIJZING: Zet
voor iedere ingebruikname
de meegeleverde bescher-
mende bril op.
z Persluchtbron aansluiten
AANWIJZING: Het perslucht-nietpistool
mag uitsluitend worden gebruikt met
gereinigde, olievernevelde perslucht en
mag de maximale werkdruk van 8 bar aan
het apparaat niet overschrijden. Voor het
regelen van de werkdruk moet de compres-
sor zijn uitgerust met een drukreduceerklep.
Sluit het apparaat aan op een geschikte
persluchtbron.
Druk hiervoor de snelkoppeling van de
persluchtslang (niet inbegrepen) op de
schroefdraadsteeknippel van ¼"
het perslucht-nietpistool. De vergrende-
ling gebeurt automatisch.
46
NL/BE
Sluit het andere uiteinde van de pers-
luchtslang aan op de (filter)-drukreduceer-
klep op de compressor.
Voor een foutloze werking van het nietpistool
is een voldoende hoeveelheid vereist van
gefilterde, droge en geoliede perslucht.
Als de druk in het leidingnetwerk hoger is
dan de maximaal toegelaten druk van het
nietpistool, dan dient een drukreduceerklep
met nageschakeld drukbegrenzingsventiel te
worden geïnstalleerd.
AANWIJZING: Wanneer compressoren
perslucht genereren, condenseert de
natuurlijke luchtvochtigheid en verzamelt
deze zich als condenswater in de drukketel
en de leidingen. Dit condensaat moet
worden verwijderd door een waterafschei-
der. Waterafscheiders dienen dagelijks te
worden gecontroleerd en evt. te worden
geleegd, omdat anders corrosie in de
persluchtinstallatie en in het nietpistool kan
ontstaan en slijtage kan stimuleren.
De compressor moet ten aanzien van
het druk- en aanzuigvermogen (debiet)
voldoende zijn gedimensioneerd voor het te
verwachten verbruik. Een te geringe leiding-
diameter afhankelijk van de leidingslengte
(buizen en slangen) of overbelasting van de
compressor leiden tot drukval.
Olievernevelaars dienen dagelijks te worden
gecontroleerd en eventueel met de aanbevo-
len olie (zie Technische gegevens) te worden
gevuld. Bij het gebruik van slanglengtes van
meer dan 10 m is de voorziening van het
nietpistool met olie niet gewaarborgd. Wij
adviseren om per werkdag de luchtinlaat
van het apparaat te vullen met twee tot vijf
druppels van de aanbevolen olie.
Optioneel kan een olievernevelaar ook direct
aan het nietpistool worden geïnstalleerd.
4
van
Gebruik een persluchtslang met een bin-
nendiameter van ten minste 9 mm. Anders
worden de nietjes/spijkers zeer langzaam