Inbedrijfstelling
4.5
Reiniging van conserveringsmiddelen bij
eerste inbedrijfstelling
1. Aanzuigslang (afb. 7, pos. 1) en retourslang (2) in een
reservoir met geschikt reinigingsmiddel dompelen.
2. Drukregelknop (3) in de gele zone op minimale druk
draaien.
3. Ontlastingsventiel (4) openen, ventielstand PRIME (k
circulatie).
4. Apparaat inschakelen (5) ON (AAN)
5. Wachten, tot er reinigingsmiddel uit de retourslang komt.
6. Ontlastingsventiel sluiten, ventielstand SPRAY (p
spuiten).
7. Haal de trekker van het spuitpistool over.
8. Spuit het reinigingsmiddel uit het apparaat in een open
verzamelreservoir.
5
3
4.6
Het apparaat met bedekkingsmateriaal in
gebruik nemen
1. Aanzuigslang (afb. 7, pos. 1) en retourslang (2) in het
reservoir met bedekkingsmateriaal dompelen.
2. Drukregelknop (3) in de gele zone op minimale druk
draaien.
3. Ontlastingsventiel (4) openen, ventielstand PRIME (k
circulatie).
4. Apparaat inschakelen (5) ON (AAN)
5. Wachten tot er bedekkingsmateriaal uit de retourslang
komt.
6. Ontlastingsventiel sluiten, ventielstand SPRAY (p
spuiten).
7. Spuitpistool meerdere keren bedienen en in een
verzamelreservoir spuiten, tot het bedekkingsmateriaal
ononderbroken uit het spuitpistool komt.
8. Druk verhogen, de drukregelknop langzaam hoger draaien
Spuitresultaat controleren, druk verhogen tot de
verstuiving optimaal is.
Drukregelknop altijd op de laagste stand zetten waarbij de
verstuiving nog goed is.
9. Het apparaat is klaar om te spuiten.
4
NL
4.7
Digital Electronic Spray Control (DESC)
Het Digital Electronic Spray Control (DESC) verbetert de
functionaliteit van de spuitinstallatie. Het is direct onder de
drukregelaar op het controlepaneel geïnstalleerd. Het bestaat
uit een display en vier functietoetsen. Bij gebruik van de
functietoetsen verschijnen er op het display verschillende
menuschermen waardoor de gebruiker de werking van de
spuitinstallatie naar wens kan instellen en bewaken.
Display
Functietoetsen
De drukregelaar kan de instellingen van het
i
Digital Electronic Spray Control (DESC) systeem
tijdelijk opheffen. Iedere keer wanneer aan de
drukregelaar wordt gedraaid, zal de spuitdruk
overeenkomstig wijzigen.
Functietoetsen
De functietoetsen hebben de nummers 1–4. Op elke toets staat
bovendien een extra functie vermeld.
1
Nr. 1/Menutoets
Door op toets nummer 1 te drukken, bladert u door de
2
beschikbare menuschermen of voert u een functie uit die op het
geopende menuscherm wordt beschreven.
Nr. 2/g toets
Door op toets nummer 2 te drukken, voert u een functie uit die op
het geopende menuscherm wordt beschreven of kunt u optellen.
Nr. 3/h toets
Door op toets nummer 3 te drukken, voert u een functie uit die
op het geopende menuscherm wordt beschreven of kunt u
aftrekken.
Nr. 4/Keuzetoets
Door op toets nummer 4 te drukken, maakt u een keuze voor
het geopende menuscherm of voert u een functie uit die op het
geopende menuscherm wordt beschreven.
Menuschermen
Er zijn verschillende menuschermen beschikbaar die de
gebruiker in staat stellen de werking van de spuitinstallatie naar
wens in te stellen en te controleren, waaronder: Hoofdscherm,
Volume Pumped (Verpompt Volume), Job Volume (Volume per
Opdracht), Unit Serial # (Serienummer van de installatie), Timers
(Timers), Job Timers (Opdrachttimers), Service Time (Service-
interval), Security Code (Beveiligingscode), Prime (Prime) en
Rapid Clean (Schoon).
Hoofdscherm
Het Hoofdscherm is het standaard
scherm van het controlesysteem bij het
opstarten van de spuitinstallatie. Door op toets nummer 2 te
drukken, wijzigt u de meeteenheid van PSI/gallons, BAR,
naar MPa/liter. U kunt met toets nummer 1 door de overige
menuschermen bladeren.
Voor sproeiers, uitgerust met een negen-talen
i
Digital Electronic Spray Control (DESC):
Met een druk op de toets #2 key op het
hoofdscherm schakelt u de meeteenheid over
tussen PSI, Bar en MPa.
30
STEL MPa in
23.0
MPa is
22.5
STEL MPa in
MPa is
ProSpray 3.25
23.0
22.5