NEDERLANDS
Het toevoerfilter en het klepfilter reinigen
Als het apparaat niet met water wordt
gevuld of als dit lang duurt, gaat het
indicatielampje van de startknop rood
knipperen. Controleer of het
watertoevoerfilter en het klepfilter verstopt
zijn (zie hoofdstuk "Probleemoplossing"
voor meer details).
Ga hiervoor als volgt te werk:
1
2
3
• Schroef de waterslang weer op de
kraan. Zorg ervoor dat de aansluiting
stevig vast zit.
• Als u de
doseerbak en
uitsparing hebt
schoongemaakt,
plaatst u de
wasmiddellade
terug.
• Draai de
waterkraan dicht.
• Schroef de slang
van de kraan.
• Reinig het zeefje in
de slang met een
harde borstel.
• Schroef de slang
los van de
machine.
• Houd een oude
doek bij de hand
om eventueel
gemorst water te
kunnen opvegen.
45°
20°
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan 0
°C, dan dient u het resterende water uit de
afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als
u de noodafvoer wilt gebruiken.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de
achtersteun en maak de slang los van
de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat
het water uit de slangen stromen.
51
• Maak het filter in
de klep schoon
met een stevige
borstel of met een
doek.
• Schroef de slang
terug op de
machine en zorg
dat de aansluiting
stevig vastzit.
• Draai de
waterkraan open.