U kunt de maaihoogte instellen van 38 tot 114 mm, in
stappen van 13 mm. De maaihoogte wordt bepaald
met de hendel rechts van de bestuurdersstoel
28).
Figuur 28
Antiscalpeerrollen afstellen
(Figuur
Als u de maaihoogte wijzigt, stel dan de hoogte van
de antiscalpeerrollen in.
Opmerking:
de grond niet raken op normale, vlakke maaiterreinen.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Stel de antiscalpeerrollen af in een van de
volgende standen:
•
Bovenste gat – gebruik deze stand als het
maaidek op een maaihoogte van 63 mm of
lager staat
•
Onderste gat – gebruik deze stand als het
maaidek op een maaihoogte van 76 mm of
hoger staat
g296586
1. Antiscalpeerrol
2. Onderste gat – met
het maaidek op een
maaihoogte van 76 mm of
hoger
3. Flensmoer
23
Stel de antiscalpeerrollen zo af dat ze
PARKEERSTAND
(Figuur
29).
(Figuur
29).
Figuur 29
4. Bovenste gat – met
het maaidek op een
maaihoogte van 63 mm of
lager.
5. Bout
.
g019929