Handleiding
Applicatie A217.2
Aansluiting
16
15
14
13
P3
12
P2
11
P1
10
9
8
M1
7
M1
6
M1
5
4
3
* Relaiscontacten: 4 A voor ohmse belasting, 2 A voor inductieve belasting
Door fabriek ingestelde jumpers:
5 naar 8, 9 naar 14, L naar 5 en L naar 9, N naar 10
28
DEN-SMT/DK
ECL Comfort 210 / 310, Applicatie A217 / A317
Beschrijving
Alarm
Fase voor sturing van pompen
Tapwatercirculatiepomp AAN/UIT
Tapwaterlaadpomp AAN/UIT
Tapwaterverwarmingspomp AAN/UIT
Toevoerspanning 230 V a.c. - neutraal (N)
Toevoerspanning 230 V a.c. - onder stroom (L)
Fase voor gemotoriseerde stuurklepuitgang
Gemotoriseerde stuurklep, openen
Gemotoriseerde stuurklep, sluiten
Wordt niet gebruikt
Wordt niet gebruikt
Wordt niet gebruikt
Dwarsdoorsnede draad: 0.5 - 1.5 mm²
Onjuiste aansluiting kan de elektronische uitgangen beschadigen.
Max. 2 x 1.5 mm² draden kunnen in elke schroefaansluiting worden
gestopt.
VI.LG.U2.10
Max. belasting
4 (2) A / 230 V a.c.*
4 (2) A / 230 V a.c.*
4 (2) A / 230 V a.c.*
4 (2) A / 230 V a.c.*
0.2 A / 230 V a.c.
0.2 A / 230 V a.c.
Danfoss District Energy