Handleiding
6.6 Uitgang override
Uitgang override wordt gebruikt om een of meer van de
gecontroleerde onderdelen uit te schakelen. Dit kan onder meer
nuttig zijn in een servicesituatie.
Actie:
Doel:
Kies "MENU" in een van de
overzichtdisplays.
Bevestig
Kies de circuitkiezer in de
rechterbovenhoek van het display
Bevestig
Algemene controllerinstellingen
kiezen
Bevestig
Kies 'Uitgang override'
Bevestig
Kies een gecontroleerd onderdeel
Bevestig
Pas de status van het gecontroleerde
onderdeel aan:
Gemotoriseerde stuurklep: AUTO,
STOP, SLUITEN, OPEN
Pomp: AUTO, UIT, AAN
Statuswijziging bevestigen
Denk eraan de status opnieuw te wijzigen zodra er niet langer een
override is vereist.
Danfoss District Energy
ECL Comfort 210 / 310, Applicatie A217 / A317
Voor-
beelden:
M1, P1 enz.
Gecontroleerde onderdelen
Wanneer het geselecteerde gecontroleerde onderdeel (uitgang)
niet 'AUTO' is, controleert de ECL Comfort-controller het betreffende
onderdeel niet (bijv. pomp of gemotoriseerde stuurklep).
Vorstbescherming is niet actief.
Wanneer Uitgang override van een gecontroleerd onderdeel actief
is, wordt het symbool '! ' rechts van de modusindicator op de
eindgebruikersdisplays weergegeven.
Applicaties P330.3, P330.8 en P330.12:
De gemotoriseerde stuurklep M4 wordt gecontroleerd door een
signaal van 0–10 volt (0–100%). Dit kan worden ingesteld op AUTO
of AAN.
AUTO: Normale controle (0–100%)
AAN: het 0–10 volt-signaal is ingesteld op de %-waarde, ingesteld
onder de indicatie 'AAN'.
VI.LG.U2.10
Circuitkiezer
DEN-SMT/DK
101