4.11.2 Object
Gegevens over het actuele object of gebouw kunnen in gebied (1) worden aangepast.
De ingevoerde gegevens van het betrokken gebouw in gebied (1) bekijken en indien
nodig aanpassen (virtueel toetsenbord). Daartoe schuift u de lijst in het gebied indien
nodig naar omhoog of omlaag.
Met toets (2) sluit u het dialoogvenster zonder wijzigingen aan te brengen.
Met toets (3) worden de wijzigingen opgeslagen en het dialoogvenster gesloten.
4.11.3 Kleppen
De lijst in gebied (1) omvat een regel voor iedere klep die met de Master verbonden is.
Lijst indien nodig omhoog of omlaag schuiven.
Om klepgegevens te wijzigen, selecteert u een ingevoerde klep.
Via toets (3) kan de LED-verlichting van alle kleppen in- en uitgeschakeld worden.
Na een geslaagde aanpassing sluit u het dialoogvenster met toets (2).
4 Werken met de Master
73