4.10.3 Handmatige bediening actuator
In het dialoogvenster kan de servicetechnicus de actuatoren handmatig instellen.
Gewenste Actuator selecteren (1). De selectie gebeurt aan de hand van de bedrading
aan Master-relais of Uni Controller (relais of 4-20 mA).
Bij een relais wordt in het veld (2) de status weergegeven, bij een uitgang van 4-20 mA de
waarde.
Met toets (3) sluit u het dialoogvenster. Deze is tijdens de handmatige bewegingen van de
actuator niet actief.
Met toets (4) wordt de geselecteerde wijziging gestart. Het respectieve symbool verandert in
een pauze-symbool tot de gekozen instelling bereikt is. Daarna verschijnt opnieuw het Play-
symbool zoals hier weergegeven, en toets (3) wordt opnieuw actief.
Door het dialoogvenster te sluiten met toets (3) of een andere functie te selecteren, wordt de
handmatige bediening beëindigd. Aansluitend neemt de toepassing opnieuw de controle
over de actuatoren over.
4 Werken met de Master
71