4.6 Doorstroming
Deze functie geeft een overzicht van de stromingswaarden van alle externe stro-
mingssensoren. Hier kunnen de parameters ook aangepast worden.
Selecteer toets (1) om klepparameters aan te passen.
Selecteer toets (2) om de registratie van de stromingsgegevens aan te passen of sluit
het dialoogvenster met toets (3).
Met toets (1) wordt de frequentie geopend, met toets (2) de meetwaarden van de regi-
stratie.
Activeer wijzigingen met toets (4) of sluit het dialoogvenster af met toets (3).
4 Werken met de Master
59