Instelling van het geluid
ENT
BACK
AUDIO
Centrale draaiknop
Regeling lage tonen/hoge tonen/balans
(links-rechts)/fader (voor-achter)
1
Druk herhaaldelijk op de AUDIO-toets om de
gewenste modus te kiezen.
Bij elke druk verandert de modus als volgt:
→ Lage tonen → Hoge tonen → Balans →
Subwoofer*
1
Fader → Volume → Subwoofer
Subwoofer: 00 ~ 15
Niveau lage tonen: –7 ~ +7
Niveau hoge tonen: –7 ~ +7
Balans: Links15 ~ Rechts15
Fader: Achter15 ~ Voor15
• Als u de AUDIO-toets niet binnen 15 seconden indrukt nadat u de
modus Subwoofer, Lage tonen, Hoge tonen, Balans of Fader heeft
gekozen, keert het toestel automatisch terug naar de normale
modus.
1
Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
*
aangepast.
2
Draai aan de centrale draaiknop tot u de
gewenste klank verkrijgt in elke modus.
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen werken bepaalde
functies en indicatoren op het display niet.
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk
waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De FM-radio, CD- en
MP3/WMA/AAC-speler kunnen de muziek ook in auto's met veel
rijgeluiden duidelijk weergeven.
1
Houd AUDIO minstens 2 seconden ingedrukt.
Het audio-instelscherm wordt weergegeven.
2
Draai aan de centrale draaiknop om MX te
kiezen en druk op ENT.
De MX On/Off-instelmodus is in werking gesteld.
3
Draai aan de centrale draaiknop om On te
kiezen en druk op ENT.
MX On is geselecteerd.
20
-NL
4
Draai aan de centrale draaiknop om MX Setup
te kiezen en druk op ENT.
De MX-instelmodus is in werking gesteld.
5
Draai aan de centrale draaiknop om de
gewenste modus te kiezen en druk op ENT.
FM (Niveau 1 tot 3, Geen effect):
De middelhoge tot hoge frequenties worden helderder en
het geluid is beter in evenwicht op alle frequenties.
CD (Niveau 1 tot 3, Geen effect):
De CD-modus moet tijdens het afspelen een enorme
PRESET
hoeveelheid gegevens verwerken. MX maakt gebruik van
deze grote hoeveelheid gegevens om de klank
duidelijker en helderder weer te geven.
MP3/WMA/AAC/Bluetooth Audio
(Niveau 1 tot 3, Geen effect):
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de
compressie verloren is gegaan. Op die manier wordt een
erg harmonisch geluid weergegeven dat het origineel
zeer dicht benadert.
DVD (Video CD)
(Niveau 1 tot 2 (MOVIE), Geen effect):
Het dialooggedeelte van een video wordt veel duidelijker
weergegeven.
(Niveau 3 (MUSIC), Geen effect):
Een DVD of Video-CD bevat een grote hoeveelheid
gegevens, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze
gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
AUX (Niveau 1 (MP3/WMA/AAC), Niveau 2 (MOVIE),
Niveau 3 (MUSIC), Geen effect):
Kies de MX-modus (MP3/WMA/AAC, MUSIC of MOVIE)
die overeenkomt met de aangesloten media.
Als twee externe toestellen aangesloten zijn, kan voor elk
medium een andere MX-modus worden geselecteerd.
6
Houd BACK minstens 2 seconden ingedrukt.
Het toestel keert terug naar de normale modus.
• Om de MX-modus te annuleren voor alle muziekbronnen, stelt u
MX in op Off in stap 3.
• Voor elke muziekbron, zoals FM-radio, CD en MP3/WMA/AAC,
kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• Wanneer de bron verandert van "MP3/WMA/AAC in CD-DA" of
"CD-DA in MP3/WMA/AAC", kan de omschakeling van de MX-
modus het afspelen iets vertragen.
• Door de instelling MX Off te kiezen, wordt de MX-modus voor elke
muziekbron uitgeschakeld.
• Er is geen MX-modus voor MW- of LW-radio.
• Als een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is
aangesloten, wordt de eigen MX-bewerking toegepast op de
muziekbron. Aangezien de MX-instellingen van de processor niet
noodzakelijk overeenstemmen met de head-unit, moet de
audioprocessor worden aangepast. Voor meer informatie
verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Als BACK wordt ingedrukt tijdens de instelling, keert het toestel
terug naar het vorige item.