F
8.1 Verbinding sondes
Druksonde (4 - 20 mA): respecteer de polariteit. Zorg ervoor dat de kabel
geisoleerd blijft tijdens het verlengen, zodat geen kortsluiting kan
voorkomen. Om storingen te vermijden dient u altijd afgeschermde kabel
te gebruiken, waarvan de afscherming aan de kant van de regelaar
geaard is.
Temperatuur sonde: Het is aangewezen om de temperatuursonde niet
in de direkte luchtstroming te plaatsen om een correcte waarde te meten.
9. RS485 seriële busverbinding
Alle modellen kunnen geintegreerd worden bij het registratiesysteem
XJ500 via de seriële poort. Er wordt een standaard protocol (ModBus
RTU) gebruikt, die dus ook kan aangesproken worden daar een algemeen
building management systeem.
10. Technische gegevens
Behuizing: zelfdovende PVC V0.
Omkasting: 144x72 mm; diepte 100 mm.
Montage: paneelmontage 135x69 mm opening
Aantal configureerbare uitgangen: 11 relais 8A 250Vac
Aantal compressoruitgangen:
XC811M, XC911M: 9(max)
XC807M, XC907M: 7(max)
Aantal condensoruitgangen:
XC811M, XC911M: 6(max)
XC807M, XC907M: 4(max)
Type compressoren: compressor, meertraps, verschillend
vermogen
Regelsondes: 2 x druksonde 4-20 mA of NTC sonde
Type koelmiddel: R22, R134a, R404a,R507
Gereduceerd setpunt: 1, spanningsloos
Compressor alarmingangen: 11, 230V gevoed
Druk veiligheids ingangen: 2, 230V gevoed, laag en hoog
circuit
Algemene alarmuitgang: 1 relais 8A 250Vac
Alarm vloeistofniveau: 1, 230V gevoed
Alarmregistratie: laatste 10 alarms worden opgeslagen en
afgebeeld
Datalogger: Drukverloop en schakelingen worden opgeslagen
van de laatste dagen
(XC911M, XC907M)
Transfer van data, parameters en alarms: via Infrarood
poort
(XC911M, XC907M)
Programmatie: via hot - key
Communicatie Protocol: Standaard ModBus RTU, volledig
gedocumenteerd
Werkings temperatuur: 0÷55°C
Bewaartemperatuur: -30÷85 °C
Resolutie: 1/100 Bar voor zuig , 1/10 Bar voor condensor
Nauwkeurigheid: better dan 1% van de volle schaal
RTC back up batterij: tot 48 uur
11. Alarm lijst
Alarms worden gewoonlijk gesignaleerd via :
1.
Activatie alarmrelais (klemmen 1-2 worden gesloten)
2.
Buzzer wordt geactiveerd
3.
Boodschap op het display
4.
Registratie van alarm, uur, info en duur.
Tabel in paragraaf 11.3
11.1 Types alarmen en signalisatie
11.1.1 Drukalarm, zuig en condensor sectie
Klemmen
Lage druk : ingang: 5-6, Hoge druk : ingang:6-7.
XC807_811M
handleiding
Parameters
SEP: Instelling van de algemene LD / HD ingang : SEP = 1 : activatie bij
230V, of SEP = 0 : activatie bij 0V.
Actie
Bij elke activatie, worden de compressoren uitgeschakeld. De regelaar
start opnieuw de werking als de ingang niet meer geactiveerd is.Als en
PEN activaties in Pei tijd zijn, kan de regelaar slechts herstarten door een
manuele reset (op CLEAR drukken gedurende min 3 sec., of het toestel
uit / aan te zetten).
11.1.2 Compressor en ventilator veiligheidsalarm.
Klemmen
Het aantal ingangen (van 22 tot 43) dat gebruikt wordt, is afhankelijk van
het aantal uitgangen dat gebruikt wordt. Als een ingang geactiveerd wordt,
zal de corresponderende uitgang uitgeschakeld worden.
Parameters
ALIP: Instelling van de ingang per uitgang : ALIP = 1 : activatie bij 230V,
of SEP = 0 : activatie bij 0V.
Actions
Iedere keer dat een ingang geactiveerd wordt, zal de bijhorende uitgang
afgezet worden. Als de ingang niet meer aktief is, kan de uitgang terug
gebruikt worden in de regeling.
11.1.3 Alarm defecte sonde
Wordt gegenereerd bij defecte sonde HD of LD.
Parameters lagedruk sonde
CPP: compressor management with faulty probe (A01C) Wat er
dient te gebeuren bij een defecte LD sonde :
0 = Zelfde uitgangen voor voor de fout blijven aktief
1 = Volgens SPr en PoPr worden de uitgangen geschakeld.
SPr: number of steps engaged with faulty probe. Aantal aktieve
uitgangen bij defecte sonde : (0÷CpnU) enkel van toepassing als
CtyP=1.
PoPr: capacity engaged with faulty probe.
defecte sonde : (0÷255) enkel van toepassing als CtyP=0.
Parameters hogedruk sonde
FPP: fans management with faulty probe (A01F) Wat dient er te
gebeuren bij een defecte HD sonde :
0 = Zelfde uitgangen voor voor de fout blijven aktief
1 = Volgens FPr worden de uitgangen geschakeld..
FPr:
Number of fans engaged with faulty probe. Aantal uitgangen
die dienen aktief te zijn bij defecte sonde (0÷nFn).
11.1.4 Hoge en lage druk (temperature) alarm
(afhankelijk van de parameters)
Dit alarm signaleert dat de druk (temperatuur) buiten de alarmgrenzen
(LAL en HAL) zit. De parameter tAo is de vertraging.
Actie
Het alarm wordt weergegeven, en de uitgangen blijven onveranderd.
11.1.5 Interne klok verloren
Dit gebeurt als het toestel voor de eerste maal is aangesloten, of
gedurende een tijd langer dan de backup tijd van de batterij af gelegen
heeft.
Actie
Programmeer opnieuw de tijd mbv de parameters Pri, Hour; dAy, ndAy,
Mont, Yar.
11.2 Alarmreset
Druk op "CLEAR" om de buzzer af te leggen gedurende een
alarmtoestand.
Druk op "CLEAR" gedurende meer dan 2 sec. om het alarmrelais uit te
schakelen gedurende een alarmtoestand
V:1.0 Data: 16/02/01
FRIGRO MOORSELE
Aktieve capaciteit bij
Pa. 9 / 13