Onder druk ontsnappende vloei-
stoffen kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
Gevaar!
Wees daarom voorzichtig met
het losmaken van schroefver-
bindingen die onder druk kun-
nen staan, beschermende kle-
ding dragen.
Bij de omgang met gevaarlijke
vloeistoffen is bijzondere voor-
zichtigheid geboden.
Bij contact met zulke vloeistof-
fen raadpleegt u onmiddellijk
een arts.
4.
Voorzichtig de schroefverbindingen aan
zuig- en perszijde losdraaien. Onder
bepaalde omstandigheden kan er nog
druk of spanning op het systeem staan.
5.
Zuig- en drukleiding van de pomp isole-
ren en spoelleiding (indien voorhanden)
demonteren.
Als bij de inspectie van de pomp slijtagever-
schijnselen herkend worden, dan moeten de
betreffende onderdelen worden vervangen.
ELRO
slangenpompen serie M300 / T300
®
5.0
Onderhoud
Neem bij alle onderhoudswerk-
Opgelet!
zaamheden absoluut de veilig-
heidsinstructies, hoofdstuk 2, in
acht!
Alvorens met werkzaamheden
aan de pomp te beginnen moet
deze uit de explosieve zone naar
een veilige werkzone worden ge-
bracht.
Geen werkzaamheden aan de
pomp in een Ex-zone.
Gevaar!
Alle leidingen en schroefverbindingen moeten
regelmatig op lekkage en uiterlijk herkenbare
beschadigingen onderzocht worden! Bescha-
digingen onmiddellijk elimineren!
De omgang met slangenpompen M300/T300
vereist bijzondere preventieve veiligheidsin-
richtingen en een betrouwbaar onderhoud na
elke inzet!
Er wordt uitdrukkelijk gewezen op de test- en
bedrijfsvoorschriften volgens de (Duitse) ver-
ordening gevaarlijke stoffen (GefstoffV) en de
(Duitse) bedrijfsveiligheidsverordening (Betr-
SichV).
Vóór het begin van onderhoudswerkzaamhe-
den moet de pomp in principe uitgeschakeld
en van de elektrische voeding geïsoleerd zijn.
Het algemene onderhoud houdt ook een
zichtcontrole door een expert in. Daarbij moet
op beschadigde of door de transportvloeistof
aangetaste componenten, het loskomen van
verbindingsdelen of elektrische aansluitingen
worden gelet!!
n Netstekkers van apparaten en aansluitka-
bels controleren op goede bevestiging en
beschadigingen.
19