Inhoudsopgave
Advertenties
Bij pompinstallaties met veiligheidsbekleding
moet deze vóór de inbedrijfstelling zoals voor-
geschreven worden aangebracht. De pomp
moet bij alle herkende gebreken met betrekking
tot de operationele veiligheid en betrouwbaar-
heid worden stilgelegd of mag niet in bedrijf
worden genomen.
2.1.1
REACH-informatie over SVHC-
stoffen
Volgens de Europese Verordening (EG) nr.
1907/2006 inzake de registratie en beoor-
deling van en de autorisatie en beperkingen
ten aanzien van chemische stoffen (REACH,
artikel 33) kunnen de volgende messing
onderdelen van ELRO slangenpompen een
loodgehalte van meer dan 0,1% bevatten.
Koppelingen voor pompaansluitingen en
leidingbochten. Verder ook het doseerventiel
van de M300 en de aardingsschroeven.
Deze informatie is gebaseerd op verklarin-
gen van onze leveranciers en op gedeel-
telijke materiaalverklaringen en analyses
op basis van een risicogebaseerde aanpak
volgens NEN-EN-IEC 63000.
2.2
Doelmatig gebruik
De slangenpomp van de serie M300 en T300
is ontworpen voor de mobiele inzet en voor
kort bedrijf (tot ca. 5 uur).
Vóór inbedrijfstelling moet geke-
ken worden of het medium ver-
pompt kan worden (vriespunt).
Gevaar!
Pomp met niet-explosiebevei-
ligde aandrijving in geen geval
inzetten in omgevingen waar
Gevaar!
explosiegevaar bestaat.
Temperaturen
Het toelaatbare bereik van de omgevingstem-
peratuur bedraagt -20 tot +40 °C.
Pompen gevuld met glijvloeistof glycerine
ELRO
slangenpompen serie M300 / T300
®
Niet gepompt resp. niet in dezelfde ruimte op-
geslagen worden mogen: substanties die met
glycerine heftig tot explosief reageren.
Voorbeelden:
• calciumhypochloriet
• chloor
• chroomtrioxide
• kaliumpermanganaat
• natriumperoxide
Controleer vóór inzet van de slangen-
pomp of bij contact van het te trans-
porteren medium met het glijmiddel
Gevaar!
silicone of glycerine geen chemische
reacties kunnen optreden.
Gelieve te controleren of er bij veran-
dering van het transportmedium geen
chemische reacties met aanwezige
Gevaar!
restvloeistof kunnen optreden.
Bij verandering van transportmediums
van de explosiegroepen IIa en IIB moet
om veiligheidsredenen een nieuwe
Gevaar!
transportslang gemonteerd worden.
Transportmediums die bij contact met
aluminium tot chemische reacties lei-
den, mogen in geen geval met de slan-
Gevaar!
genpomp getransporteerd worden.
2.2.1
Ontoelaatbare bedrijfswijze
De bedrijfsveiligheid van de geleverde pomp is
alleen gewaarborgd bij doelmatig gebruik. De
vermelde grenswaarden mogen in geen geval
overschreden worden.Het is verboden om de
pomp zonder voldoende hoeveelheid glijmiddel
te gebruiken. Gelieve de vereiste vulhoeveelhe-
den af te leiden uit hfdst. 5.6.
Transportmediumtemperatuur: max.
toegelaten 80°C Transportdruk:
max. toegelaten 2 bar Slangenpomp
Waarschu-
wing!
zonder aandrijving: Toerental aan-
drijfas n2 max.: 2303 min
• fosforpentoxide
• fosfortrijodide
• salpeterzuur
• zwavelzuur
• waterstofperoxide
-1
11
Advertenties
Inhoudsopgave
