ELRO
slangenpompen serie M300 / T300
®
4.0
Gebruiksaanwijzing
4.1
Vóór de inbedrijfstelling
in acht te nemen
Controleer:
of de pomp volgens de voorschriften
n
opgesteld en aangesloten is.
of de draairichting van de pomp klopt.
n
De draairichting is naar „rechts" met
de klok mee (Zicht op pompdeksel).
Een pijl aan het pomphuis markeert de
draairichting.
of de pomp met niet explosiebeveiligde
n
aandrijving in geen geval wordt ingezet
in ruimtes waar explosiegevaar bestaat.
of de in de pomp aanwezige pompslang
n
geschikt is voor het voorziene medium.
of de pomp ter vermijding van elektro-
n
statische opladingen geaard is.
4.2 Inbedrijfstelling
De pomp kan alleen staand met zuig- en
drukaansluitingen naar boven worden inge-
zet.
Een aan het pomphuis gemonteerde
vacuümmeter geeft de onderdruk aan zuig-
zijde aan. Na korte loopduur moet de vacu-
ummeter onderdruk aangeven.
De onderdruk aan de vacuümmeter is af-
hankelijk van de benodigde zuighoogte en
het transportmedium. Om de max. transport-
capaciteit te bereiken moet de vacuümmeter
minstens -0,7 bar aangeven. Dit kan bereikt
worden door de pomp verder weg op te stel-
len en zodoende de zuigslang te verlengen.
Als er geen onderdruk wordt bereikt, dan
moet de pomp en koppelingen op dichtheid
gecontroleerd worden (zie hoofdstukken
Onderhoud en Bedrijfsstoringen).
18
Smering van het aandrijfaggregaat controle-
ren.
Garanderen dat alle veiligheidsinrichtingen
geïnstalleerd en functioneel zijn.
De Kamlock-koppelingen mogen
Opgelet!
niet zonder beveiligingen (aan-
vullende arrêteerpen of O-ring)
gebruikt worden.
De slangenpomp mag in geen
geval tegen gesloten afsluiters
worden ingezet.
Aandrijfaggregaat in bedrijf nemen overeen-
komstig de aparte gebruiksaanwijzing.
4.3
Buitenbedrijfstelling
Neem altijd de veiligheidsin-
Opgelet!
structies in hoofdstuk 2 van
deze handleiding en de ge-
bruiksaanwijzingen voor de aan-
drijfaggregaten in het hoofdstuk
„Aanhangsel" in acht.
De buitenbedrijfstelling van de pomp bijv.
voor onderhouds-, montage- of reinigings-
werkzaamheden mag alleen door hiermee
belaste vaklui worden uitgevoerd.
1.
Elektrische spanningstoevoer of de
betreffende aandrijving uitschakelen en
beveiligen tegen onopzettelijk inschake-
len.
2.
Afsluiters van de zuig- en drukleidingen
sluiten.
3.
Zuig- en persleiding drukloos maken.