3. Opnamemodussen
Handmatige Belichtingsmodus
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
1
Stel de functieknop in op [
2
Draai aan de modusknop op de achterkant
om de sluitertijd in te stellen en draai aan de
modusknop op de voorkant om de
lensopeningwaarde in te stellen.
A Belichtingsmeter
B Lensopeningwaarde
C Sluitertijd
D Hulp bij handmatige belichting
Optimaliseren van de ISO-gevoeligheid voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde
Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, stelt de camera de ISO-gevoeligheid
automatisch in zodat de belichting geschikt zal zijn voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde.
•
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan het zijn dat geen geschikte belichting
ingesteld wordt of dat de ISO-gevoeligheid hoger wordt.
Handmatige belichtingsassistentie
0 0 0
De belichting is goed.
0
0
3
3
+
+ +
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
0 0 0
−3
−3
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
•
De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
•
Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, heeft de instelling van de openingsring de
prioriteit.
•
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/160
van een seconde.
(P161)
].
Sluitertijd (Sec.)
[T] (Tijd), 60 tot 1/4000 (met de mechanische sluiter)
1 tot 1/16000 (met de elektronische sluiter)
73
A
SS
SS
SS
SS
8
15
30
60
125
F
4.0
5.6
8.0
11
0 0
+3
5.6
30 30
30
D
B
C