Pegasus_Bosch_NL_2016.qxp_ZEG 28.04.16 14:37 Seite 76
7.9.1 Opladen van de batterij (accu)
De batterij (accu) kan zowel op de fiets als naast de fiets opgeladen
worden.
Het opladen mag alleen in een droge, stofvrije omgeving plaatsvinden.
De omgevingstemperatuur moet tussen 10°C en 30°C liggen. De opla‐
der wordt tijdens het opladen zeer warm en mag daarom niet afgedekt
worden. Zorg daarom voor een omgeving die schoon is en die moeilijk
vlam kan vatten.
De netstekker van de oplader kan gebruikt worden met een normaal
geaard stopcontact.
Aansluitwaarden: 230 V, 50 Hz, 250 W.
De oplaadkabel wordt in de stekkeropening of in het oplaadpunt van
de accu gestoken.
Het opladen wordt automatisch gestart. Tijdens het opladen tonen de
controlelampjes van de accu het oplaadniveau. Bij een ingeschakeld
aandrijfsysteem wordt de voortgang van het opladen ook op de display
getoond. Het opladen is klaar als de display zichzelf uitschakelt.
Als het opladen niet zo gaat als beschreven, dan oplader en accu niet
meer gebruiken en deze door de ZEG‐vakhandelaar laten controleren.
76
Eén knipperend lampje op de oplaadmeter van de accu
geeft een systeemmelding weer.
‐ Drie knipperende lampjes geven een ontoelaatbare tem‐
peratuur aan. Het opladen moet later worden voortge‐
zet.
‐ Twee knipperende lampjes geven aan dat er sprake is
van een fout. De oplader en de accu moeten door de
ZEG‐vakhandelaar gecontroleerd worden.