Inhoudsopgave
Advertenties
Pegasus_Bosch_NL_2016.qxp_ZEG 28.04.16 14:36 Seite 24
3.10.1 Omgevingsvoorwaarden bij het opladen
De oplader mag alleen in een droge, stofvrije omgeving opladen. De
omgevingstemperatuur moet tussen 10°C en 30°C liggen. De oplader
wordt zeer warm tijdens het opladen en mag daarom niet afgedekt
worden. Het is belangrijk om voor een schone en brandveilige omge‐
ving te zorgen.
3.10.2 Omgevingsvoorwaarden bij het rijden
De fiets kan gebruikt worden bij buitentemperaturen tussen 5°C en
35°C. Het aandrijfsysteem functioneert niet buiten dit temperatuurbe‐
reik. Door de open constructie kan binnendringend vocht sommige
functies van de fiets bij winterse temperaturen storen. Als de fiets bij
temperaturen onder 3°C gebruikt gaat worden, dan moet deze eerst
door de ZEG‐vakman winterklaar gemaakt worden.
Bij buitentemperaturen boven de 30°C kan de bandenspanning door
directe zonnestralen boven de toegelaten maximale druk stijgen. De
bandenspanning moet daarom gecontroleerd worden en in dat geval
worden verminderd. Wij adviseren om de fiets in de schaduw te parke‐
ren.
3.10.3 Omgevingsvoorwaarden bij opslag
De fiets, de accu en de oplader moeten droog opgeslagen worden. De
temperatuur tijdens de opslag moet tussen 5 °C tot 25 °C liggen. Opti‐
male temperatuur tijdens opslag: 10 °C tot 15 °C.
24
Advertenties
Inhoudsopgave
