OBJ_BUCH-1179-006.book Page 68 Wednesday, February 1, 2017 10:13 AM
68 | Nederlands
schuwing langer dan 2 uur geactiveerd is (zie „Automatisch
waterpassen rotatielaser", pagina 68). Positioneer het meet-
gereedschap opnieuw en schakel het weer in.
Ingebruikneming laserontvanger
Bescherm de laserontvanger tegen vocht en fel zon-
licht.
Stel de laserontvanger niet bloot aan extreme tempe-
raturen of temperatuurschommelingen. Laat deze bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat de laseront-
vanger bij grote temperatuurschommelingen eerst op de
juiste temperatuur komen voordat u deze in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van de laserontvanger
nadelig worden beïnvloed.
– Stel de laserontvanger minstens 50 cm van de rotatielaser
verwijderd op. Plaats de laserontvanger zodanig dat de la-
serstraal het ontvangstveld 24 kan bereiken.
Om energie te sparen, schakelt u de laserontvanger alleen in
als u hem gebruikt.
In- en uitschakelen
Bij het inschakelen van de laserontvanger klinkt een
luid geluidssignaal. „Het A-gewogen geluidsdrukniveau
van het geluidssignaal bedraagt op 0,2 m afstand maxi-
maal 95 dB(A)."
Houd de laserontvanger niet dicht bij uw oor. Het luide
geluid kan het gehoor beschadigen.
– Als u de laserontvanger wilt inschakelen, drukt u op de
aan/uit-toets 19. Er klinken twee geluidssignalen en alle in-
dicaties in het display lichten kort op.
– Als u de laserontvanger wilt uitschakelen, drukt u op-
nieuw op de aan/uit-toets 19.
Als er ongeveer 10 minuten geen toets op de laserontvanger
wordt ingedrukt en het ontvangstveld 24 10 minuten lang niet
door een laserstraal wordt bereikt, wordt de laserontvanger
automatisch uitgeschakeld om de batterij te ontzien. De uit-
schakeling wordt aangegeven door een geluidssignaal.
Instelling van middenindicatie kiezen
Met de toets 20 kunt u vastleggen met welke nauwkeurigheid
de positie van de laserstraal op het ontvangstveld als in het
„midden" wordt aangegeven:
– Instelling „fijn" (indicatie f in display),
– Instelling „middel" (indicatie a in display),
Bij wijziging van de nauwkeurigheidsinstelling klinkt een ge-
luidssignaal.
Na het inschakelen van de laserontvanger is altijd de nauw-
keurigheid „middel" ingesteld.
Richtingindicaties
De indicaties onder g, midden e en boven c (resp. aan de
voor- en achterzijde van de laserontvanger) geven de positie
van de roterende laserstraal in het ontvangstveld 24 aan. De
positie kan bovendien door een geluidssignaal worden aange-
geven (zie „Geluidssignaal voor het aangeven van de laser-
straal", pagina 68).
Laserontvanger te laag: Als de laserstraal door de bovenste
helft van het ontvangstveld 24 loopt, verschijnt de onderste
1 609 92A 1XU | (1.2.17)
richtingindicatie g in het display.
Indien het geluidssignaal ingeschakeld is, klinkt er een signaal
met een langzaam ritme.
Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl omhoog.
Zodra de middenmarkering 23 wordt benaderd, wordt alleen
nog de punt van de richtingindicatie g weergegeven.
Laserontvanger te hoog: Als de laserstraal door de onderste
helft van het ontvangstveld 24 loopt, verschijnt de bovenste
richtingindicatie c in het display.
Indien het geluidssignaal ingeschakeld is, klinkt er een signaal
met een snel ritme.
Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl omlaag.
Zodra de middenmarkering 23 wordt benaderd, wordt alleen
nog de punt van de richtingindicatie c weergegeven.
Laserontvanger in het midden: Als de laserstraal door het
ontvangstveld 24 ter hoogte van de middenmarkering 23
loopt, brandt de middenindicatie e. Indien het geluidssignaal
is ingeschakeld, klinkt er een aanhoudend signaal.
Geluidssignaal voor het aangeven van de laserstraal
De positie van de laserstraal op het ontvangstveld 24 kan
door een geluidssignaal worden aangegeven.
Na het inschakelen van de laserontvanger is het geluidssig-
naal altijd uitgeschakeld.
Als u het geluidssignaal inschakelt, kunt u uit twee geluidsvo-
lumes kiezen.
– Druk voor het inschakelen of veranderen van het geluids-
signaal op de toets Geluidssignaal 21 tot het gewenste ge-
luidsvolume wordt weergegeven. Bij een gemiddeld ge-
luidsvolume knippert de geluidssignaalindicatie d in het
display. Bij een hoog geluidsvolume brandt de indicatie
permanent. Bij een uitgeschakeld geluidssignaal gaat de
indicatie uit.
Automatisch waterpassen rotatielaser
Na het inschakelen controleert het meetgereedschap de hori-
zontale positie en compenseert deze oneffenheden binnen
het zelfnivelleerbereik van ca. 8 % (5°) automatisch.
Als het meetgereedschap na het inschakelen of na een posi-
tieverandering meer dan 8 % scheef staat, is waterpas stellen
niet meer mogelijk. In dit geval wordt de rotor gestopt. De la-
ser knippert en de waterpasindicatie 1 brandt continu rood.
Positioneer het meetgereedschap opnieuw en wacht het wa-
terpassen af. Zonder opnieuw positioneren wordt na 2 minu-
ten de laser en na 2 uur het meetgereedschap automatisch
uitgeschakeld.
Nadat het meetgereedschap waterpas is gesteld, controleert
het voortdurend of het waterpas staat. Bij positieveranderin-
gen wordt het automatisch opnieuw waterpas gesteld. Ter
voorkoming van verkeerde metingen stopt de rotor tijdens
het waterpassen. De laser knippert en de waterpasindicatie 1
knippert groen.
Schokwaarschuwingsfunctie
Het meetgereedschap bezit een schokwaarschuwingsfunctie.
Deze voorkomt bij veranderingen van plaats en schokken van
het meetgereedschap of bij trillingen van de ondergrond het
Bosch Power Tools