GEBRUIKSAANWIJZING OPVOUWBARE ELEKTRISCHE ROLSTOEL
9.4 Rijden met de elektrische rolstoel
Bij het gebruik van de rolstoel moet u aandachtig, voorzichtig, fijngevoelig en verstandig te werk gaan. Houd altijd
rekening met uw eigen grenzen en met het effect van verdovende middelen. Gebruikers kunnen in bepaalde rijsituaties
in de problemen komen, bijv. bij nauwe deurdoorgangen, bij op- of aflopende hellingen, in bochten of op een oneffen
ondergrond. Rijd in zulke situaties langzamer, neem de tijd en bestuur de elektrische rolstoel voorzichtig.
Doe voor uw eigen veiligheid de heupgordel om, voordat u zich met de elektrische rolstoel in beweging zet.
• Gebruik uw elektrische rolstoel nooit als u moe bent, net aan het roken bent of onder invloed van
alcohol of andere verdovende middelen bent. Neem voordat u gaat rijden de voorzorgsmaatrege-
len, waarschuwingen en veiligheidsaspecten bij het innemen van medicijnen (zowel alleen op re-
Waarschuwing
cept als zonder recept verkrijgbare) in acht.
• Indien er sprake is van actieve toevallen in de laatste 6 maanden, dient er verklaring van een neu-
roloog te worden verkregen dat de toevallen van de patiënt veilig gebruik van een gemotoriseerd
hulpmiddel niet onmogelijk maken.
• Tijdens gebruik van de elektrische rolstoel wordt van de gebruiker verwacht dat hij of zij correct ge-
positioneerd in de stoel kan zitten, met de voeten steeds op de voetensteun, en de ledematen weg
van bewegende delen om beklemming te voorkomen. Tijdens het rijden in de elektrische rolstoel
mag u zich nooit uitrekken, buiten de rolstoel leunen of in de zitting naar beneden glijden.
• Let er altijd op dat de stroomtoevoer uit staat en dat de rolstoel en de rugleuning helemaal zijn
uitgeklapt, voordat u in de elektrische rolstoel gaat zitten of hieruit opstaat.
• Verpleegkundig personeel dient een zekere afstand te houden, zodra de elektrische rolstoel in be-
drijf is. Bedien de besturingselementen niet terwijl iemand in de rolstoel gaat zitten of hieruit ops-
taat - dat kan gevaarlijk zijn.
• Sta niet toe dat kinderen naast of met de elektrische rolstoel spelen.
• Houd uw voeten tijdens gebruik altijd op de voetensteun. Ga niet op de voetensteun staan.
• Houd tijdens het rijden uw handen en voeten uit de buurt van bewegende delen. Vermijd losse kle-
ding, die in de aandrijfwielen vast kan komen zitten.
• Matig in bochten altijd uw snelheid en zorg voor een laag zwaartepunt.
Controleer voor gebruik altijd of de AirFold elektrische rolstoel niet door iets wordt belemmerd.
Let op
Gat waarmee positie
wordt bepaald
Vergrendeling anti-tipwiel
Anti-tiphouder
AirFold
NL
79