Inleiding
Materiaalreduceerventielen worden gebruikt voor het nauw-
keurig regelen van de materiaaldruk naar spuitpistolen,
doseerventielen of verstuiverkoppen.
Reduceerventielen in aftakking van een circulatieleiding of
pomp dienen om de druk van de hoofdleiding te reduceren
en de gewenste materiaaldruk naar spuitpistool of verstui-
verkop te verkrijgen.
Vóór het installeren van het reduceerventiel
1.
Bepaal de plaats waar het reduceerventiel moet
komen.
2.
Installeer een kogelklep voor de in- en uitlaat van
het reduceerventiel.
3.
Installeer tijdelijk leidingen tussen de kogelkleppen.
4.
Spoel het systeem grondig door om metaalspanen en
andere verontreinigingen te verwijderen en te controleren
op lekken.
Het reduceerventiel installeren
1.
Zie de afbeeldingen 1 en 2 op bladzijde 5. Installeer
een reduceerventiel voor elk pistool. Zet het reduceer-
ventiel in een verticale positie om de beste doorstroming
en pigmentafzetting te krijgen. Een eventueel gebruikte
manometer moet verticaal geplaatst zijn. Als het reduceer-
ventiel horizontaal zit, dan moet een elleboog worden
toegepast om de manometer toch verticaal te krijgen.
2.
Gebruik een draadpakking op schroefdraad verbindingen,
behalve bij wartels, omdat dat de wartelwerking verstoort.
3.
Spoel en test het gehele systeem. Volg altijd de spoel-
procedure op blz. 6.
VOORZICHTIG
Draai de schroefdraadverbindingen niet te vast in de
kunststof schroefdraad van de inlaat en uitlaat van het
reduceerventiel. Controleer dat de verbindingen vast-
gedraaid zijn en niet lekken, maar dat ze ook weer niet
te vast aangedraaid zijn!
4
308325
Installatie
Drukontlastingsprocedure
die onder hoge druk staat kan door de huid heen worden
geïnjecteerd en ernstig letsel veroorzaken. Om het risico
van een ernstig letsel te verminderen door de druk van
het materiaal, door rondspattend materiaal of door be-
wegende onderdelen moet u altijd de Drukontlastings-
procedure volgen, als u:
D leest dat de druk moet worden ontlast;
D ophoudt met spuiten;
D het systeem of een deel van het apparaat nakijkt of
er onderhoud aan pleegt;
D spuittips installeert of reinigt.
1.
Schakel de pomp uit.
2.
Sluit de kogelkraan (B) van de inlaat van het reduceer-
ventiel. Bekijk Afb. 1 op blz. 5.
3.
Ontlast de materiaaldruk in het reduceerventiel door
de trekker van het spuitpistool aan te trekken.
4.
Bij veergeregelde reduceerventielen draai u de afstel-
hendel (1) linksom totdat de veer ontspannen is.
Als u vermoedt dat de spuittip of de slang geheel verstopt
is, of dat de druk niet volledig afgebouwd is na het uit-
voeren van bovengenoemde stappen, draai dan heel lang-
zaam de bevestigingsmoer van de spuittipbeschermer,
of de slangkoppeling iets los, en laat de druk geleidelijk
ontsnappen. Draai de moer daarna pas geheel los, en
verwijder de verstopping uit de tip of de slang.
WAARSCHUWING
INJECTIEGEVAAR
Om te voorkomen dat het systeem per on-
geluk start of gaat spuiten, moet de systeem-
druk handmatig worden ontlast. Vloeistof