Alarmcodes
8.1 Alarmcodes FA-MSG
Alarmmelding
Aantal cycli bereikt
Alarm onbekend (xxx)
Capaciteit
Capaciteit laag
(noodvoeding actief)
Communicatie
Configuratiefout
Extern alarm
Foutief type ingang
Foutief type uitgang
Foutieve kleminstelling
Geen 12V-flitslampspanning
Geen 12V-hoornspanning
Geen 20V-ModBus-spanning
Geen 5V-RTCPU-spanning
Geen boost-spanning
FA-MSG-G-NL02040
Omschrijving
De levensduur van de accu is beperkt. Deze is mede afhankelijk van de
leeftijd van de accu. Nadat de accu 1500 dagen in gebruik is, moet deze
worden vervangen om een correcte werking van de FA-MSG te kunnen
garanderen.
Deze alarmcode kan niet in tekst worden omgezet. Noteer het nummer en
neem contact op met uw leverancier.
Zodra de accucapaciteit minder dan 70% van zijn oorspronkelijke capaciteit
bedraagt, dan moet u deze vervangen. Dit om een correcte werking van de
FA-MSG te kunnen blijven garanderen.
Wanneer de netspanning wegvalt, schakelt de FA-MSG over op de
ingebouwde noodvoeding (accu). Daalt de accucapaciteit tijdens ontladen
onder de 30%, dan wordt de FA-MSG uitgeschakeld.
Communicatiefout tussen FA-MSG en de accu.
Het aantal bij de bellijst (dag/nacht) ingestelde gebruikers overschrijdt het
aantal bij de telefoonnummerlijst ingestelde gebruikers. Wijzig het aantal
gebruikers.
De geselecteerde gebruiker bestaat niet of is verwijderd. Selecteer een
andere gebruiker.
Extern alarm opgetreden, zie scherm 35 Externe alarmen.
Het ingestelde ingangstype voldoet niet aan het type ingang waarop de
regeling regelt.
Het ingestelde uitgangstype voldoet niet aan het type uitgang waarop de
regeling regelt.
Foutieve toewijzing. De aan de klem toegewezen functie wordt niet door de
module ondersteund.
12V-flitslampspanning ontbreekt. Selecteer scherm 31 Test alarm en
controleer of de 12V-led boven de klem FLASH oplicht.
Check of de flitslamp ook softwarematig geïnstalleerd is.
Controleer de bedrading.
Controleer de flitslamp.
De flitslamp is geïnstalleerd en de bedrading en flitslamp zijn oké. In dat
geval is de bodemprint defect en moet u deze vervangen.
12V-sirenespanning ontbreekt. Selecteer scherm 31 Test alarm en
controleer of de 12V-led boven de klem SIREN oplicht.
Check of de sirene ook softwarematig geïnstalleerd is.
Controleer de bedrading.
Controleer de sirene.
De sirene is geïnstalleerd en de bedrading en sirene zijn oké. In dat geval
is de bodemprint defect en moet u deze vervangen.
20V-MODULE ontbreekt. Controleer of de 20V-led, rechts naast de MODEM-
unit, oplicht. Zo niet, dan vervang de bodemprint.
5V-RTCPU ontbreekt. Controleer of de led L3 op de RTCP-dekselprint oplicht.
Controleer de bedrading tussen bodem- en dekselprint. Is de bedrading niet
in orde, dan vervang de bodemprint.
Indien de 24V voor het opladen van de accu ontbreekt, dan is wellicht de
bodemprint defect. Vervang de bodemprint.
8. Alarmcodes
22