1672/1673 FC/1674 FC
Gebruiksaanwijzing
Spanningsval
Spanningsval toont een berekende verwachte spanningsval in volt en een percentage van de
waarde vanaf het referentiepunt (meestal de groepenkast) bij een specifieke contactdoos.
Deze wordt afgeleid van de lusimpedantie op het punt waarop de maximaal toegestane
stroomsterkte wordt getrokken via die ene contactdoos. De spanningsval wordt berekend op
basis van de lusimpedantie L-N op een afzonderlijke contactdoos bij de maximale
stroomsterkte.
De spanningsmeting bestaat uit twee meetstappen. Eerst wordt een test uitgevoerd op de
groepenkast om een referentiewaarde te verkrijgen. Vervolgens worden afzonderlijke
contactdozen getest. Alle tests worden uitgevoerd in de spanningsvalmodus met dezelfde
parameterinstellingen en referentiewaarde voor alle verbindingen die via het referentiepunt tot
stand worden gebracht.
De spanningsval wordt gemeten op het leidingpaar L-N en de maximaal toegestane
stroomsterkte moet worden geselecteerd in een selectieveld: 6/10/16/20/25/32/40 A.
Testen:
1. Voer nulstelling van de meetsnoeren uit en selecteer de nominale stroomsterkte in het
selectieveld.
2. Meet de referentiewaarden in de groepenkast.
T
3. Druk op
om de meting van Z
4. Druk nogmaals op
Afbeelding
22.
50
te starten.
REF
T
voor elke contactdoos en elk aansluitpunt afzonderlijk. Zie
Afbeelding 22. Aansluiting voor spanningsvaltest