1672/1673 FC/1674 FC
Gebruiksaanwijzing
Metingen
Dit gedeelte bevat instructies voor het instellen en gebruiken van de meetfuncties van de
tester.
Snel opslaan. Sla testresultaten op vanuit het functiescherm.
Wanneer u een resultaat opslaat, wijst Snel opslaan de resultaten toe aan een
verbruikerseenheid, circuit of meetpunt van een project.
1. Selecteer een functie.
2. Sluit de meetsnoeren aan.
3. Pas de instellingen aan op basis van de vereisten voor de meting.
T
4. Druk op
.
N
5. Druk op
.
Het scherm voor snel opslaan vraagt u om een projectcode gevolgd door de aanduidingen van
de verbruikerseenheid, het circuit en het meetpunt.
Als de test plaatsvindt aan de verbruikerseenheid, laat u de aanduidingen van het
circuit en het meetpunt leeg. Als de test plaatsvindt aan het circuit, laat u de
aanduiding van het meetpunt leeg.
Formulier Opslaan. Testresultaten opslaan in een formulier dat is gemaakt als onderdeel van
een project.
Voordat u de functie Formulier opslaan kunt gebruiken, moet u een formulier maken; zie
voor meer informatie over het maken van een formulier.
Formuliermodus
1. Markeer in de formuliertabel de cel voor de testfunctie en het meetpunt waarop de test
wordt uitgevoerd.
T
2. Druk op
.
3. Pas de instellingen aan de meting aan.
T
4. Druk op
.
N
5. Druk op
.
Spannings- en frequentiemetingen
De spanningsmodus meet de spanning tussen de meetsnoeren. In deze modus worden alle
spanningen weergegeven tussen de draadparen L-PE, L-N en N-PE. Het subresultaat geeft de
frequentie van de voedingsbron aan.
28
Opmerking