Inhoudsopgave
Advertenties
Trekkend voertuig aankoppelen: Koppelingshen-
del naar boven trekken (openen), koppelstang op
de kogel zetten, koppelingshendel naar beneden
drukken (sluiten), totdat deze horizontaal t.o.v. de
koppelstang ligt.
Stekkerverbinding van de voertuigverlichting inste-
ken.
Steunwiel met de zwengel naar boven draaien.
Erop letten, dat het steunwiel in ingereden positie
in de richting van de aanhanger wijst.
Wiggen aan de wielen verwijderen en in de hou-
ders steken.
Parkeerrem losmaken.
Remlichten, richtingaanwijzers, achterlichten en
kentekenverlichting van het apparaat of functione-
ren controleren.
Bandenloopvlak controleren op voorwerpen die in
het profiel terechtgekomen zijn.
Toestand van de banden controleren.
Luchtdruk van de banden controleren, zie Onder-
houdswerken.
Tip: Plaatselijk geldende snelheidsbeperkingen voor
voertuigen met aanhanger in acht nemen en naleven.
Kraantransport
Veiligheidsaanwijzingen voor het kraantransport
GEVAAR
Verwondingsgevaar door vallend apparaat.
–
Houd de plaatselijke voorschriften voor ongeval-
lenpreventie en de desbetreffende veiligheidsvoor-
schriften in acht.
–
Vóór elk kraantransport moet het hijstoestel gecon-
troleerd worden op beschadigingen.
–
Het apparaat mag alleen aan het hijsoog opgehe-
ven worden.
–
Hijsinrichting beveiligen tegen onbedoeld losko-
men van de last.
–
Tijdens het hijsproces geen voorwerpen op het toe-
stel transporteren.
–
Het apparaat mag alleen met de kraan getranspor-
teerd worden door personen die vertrouwd zijn ge-
maakt met de bediening van de kraan.
–
Niet onder de last gaan staan.
–
Erop letten dat er zich in de gevarenzone van de
kraan geen personen bevinden.
–
Apparaat niet zonder toezicht aan de kraan laten
hangen.
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Apparaat, toebehoren, toevoerlei-
dingen en aansluitingen moeten in een perfecte toe-
stand zijn. Als dat niet het geval is, mag het apparaat
niet gebruikt worden.
Apparaat opstellen en uitrichten
LET OP
Om oververhitting van het apparaat te vermijden, moet
de opstellingsplaats voldoende verlucht zijn.
LET OP
Gevaar voor storingen en schades aan het apparaat.
Het apparaat moet bij gebruik horizontaal uitgericht zijn.
–
Opstelplaats zo kiezen, dat de uitlaatgasopening
niet afgedekt wordt.
Parkeerrem vastzetten.
Steunwiel met de zwengel naar beneden laten.
Breektouw van het trekkend voertuig losmaken.
Stekkerverbinding voertuigverlichting eruit halen
en in daarvoor bestemde plaats aan de dissel ste-
ken.
Apparaat met de wiggen tegen wegrollen zekeren.
Trekkend voertuig afkoppelen.
Apparaat met het steunwiel horizontaal uitrichten.
Voorste kap openen/sluiten
Druk de vergrendeling van de voorste kap in. De
voorste kap gaat iets open.
Ontgrendel de vanghaak door deze eruit te trek-
ken. De voorste kap zwenkt automatisch naar bo-
ven.
Let er bij het sluiten op dat de vanghaak vastklikt.
Motor
Oliepeil van de motor controleren.
Apparaat niet in bedrijf nemen, als het oliepeil gedaald
is onder „MIN".
Indien nodig olie navullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
Tussenkast
Oliepeil op het oliekijkglas van de tussenkast con-
troleren
Indien nodig olie navullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
Hogedrukpomp
Controleer het oliepeil op het oliereservoir of de
peilstok van de hogedrukpomp.
Indien nodig olie navullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
Koelvloeistof
Vloeistofpeil van de koelvloeistof in het expansie-
vat motorkoelwater bij koude motor controleren.
Het vloeistofpeil moet tussen MIN en MAX liggen.
Zo nodig koelvloeistof bijvullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
Anti-vriesmiddelconcentratie in het expansievat
controleren.
Zo nodig anti-vriesmiddel bijvullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
Luchtfilter
Luchtfilter controleren.
Zo nodig luchtfilter reinigen/vervangen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
Vloeibare ontharder bijvullen
–
De vloeibare ontharder verhindert zeer effectief de
verkalking van de verwarmingsslang bij het werken
met kalkhoudend leidingwater. Deze wordt aan de
toevoer in de vlotterhouder druppelsgewijs gedo-
seerd toegevoegd.
–
De dosering is in de fabriek ingesteld op een ge-
middelde waterhardheid.
Tip: Een proefpakket vloeibare ontharder wordt meege-
leverd.
Vulopening voor vloeibare ontharder openen.
Vloeibare ontharder bijvullen.
Vulopening voor vloeibare ontharder sluiten.
Brandstof navullen
GEVAAR
Gevaar voor explosie! Alleen met dieselolie vullen. On-
geschikte brandstoffen, bv. benzine, mogen niet ge-
bruikt worden.
Tip: bij gebruik van biodiesel B5 (conform EN 14214 -
Europese standaard) behoeven geen bijzondere be-
drijfs-. service- en onderhoudsbepalingen in acht geno-
men te worden.
Tip: bij gebruik van biodiesel B6 tot B20 (conform EN
14214 - Europese standaard) zijn ombouwmaatregelen
van de dieselmotor vereist. Bovendien zijn bijzondere
bedrijfs-, service- en onderhoudsbepalingen in acht te
nemen. Wendt u tot een bevoegde Yanmar handelaar.
Tankdop openen.
Dieselolie via vulopening van de brandstoftank vul-
len.
Tankdop sluiten.
Overgelopen dieselolie afvegen.
Reinigingsmiddel vullen
Alleen HDS 13/20, HDS 17/20:
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
–
Uitsluitend Kärcher-producten gebruiken.
–
In geen geval oplosmiddelen (benzine, aceton, ver-
dunningsmiddel, enz.) vullen.
–
Contact met de ogen en de huid vermijden.
–
Veiligheids- en gebruiksinstructies van de reini-
gingsmiddelfabrikant in acht nemen.
Kärcher biedt een individueel reinigings- en onder-
houdsmiddelgamma aan
Uw handelaar geeft u graag advies.
Reinigingsmiddelreservoir vullen / vervangen.
Accu
Tip: Het apparaat is standaard met een onderhouds-
vrije batterij uitgerust.
Veiligheidsvoorschriften batterij
Let bij de omgang met accu's absoluut op de volgende
waarschuwingstip:
Instructies op de batterij en in de ge-
bruiksaanwijzing in acht nemen!
Veiligheidsbril dragen!
Kinderen uit de buurt houden van zuren
en accu's!
Explosiegevaar!
Vuur, vonken, open licht en roken verbo-
den!
Gevaar van brandwonden!
Eerste hulp!
Waarschuwingstekst!
Verwijdering!
Accu niet in vuilnisbak gooien!
GEVAAR
Ontploffingsgevaar! Geen werktuigen of dergelijk mate-
riaal op de accu, d.w.z. op eindpool en batterijcelverbin-
der leggen.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Wonden nooit met lood in contact
brengen. Na het werken aan accu's altijd de handen
schoonmaken.
GEVAAR
Bijtende vloeistof! Draag bij werkzaamheden met accu-
zuur een zuurbestendige veiligheidsbril, handschoenen
en een schort.
Accu laden
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Veiligheidsvoorschriften bij het
omgaan met accu's in acht nemen. Gebruiksaanwijzing
van de fabrikant van het laadtoestel in acht nemen.
Accu afklemmen.
Pluspool-leiding van het laadtoestel met de plus-
poolaansluiting van de accu verbinden.
Minpool-leiding van het laadtoestel met de min-
poolaansluiting van de accu verbinden.
Stekker in het stopcontact steken en laadtoestel in-
schakelen.
Accu met de kleinst mogelijke laadstroom laden.
Advertenties
Inhoudsopgave
