Overstroomklep
–
Wanneer het handspuitpistool gesloten is, gaat de
overstroomklep open en leidt de hogedrukpomp
het water in de vlotterhouder terug. Daardoor wordt
een overschrijding van de toelaatbare waterdruk
verhinderd.
–
Alleen HDS 13/20, HDS 17/20:
Bij het verminderen van de waterhoeveelheid met
de druk-/hoeveelheidregeling aan het handspuitpi-
stool, opent de overstroomklep en stroomt een
deel van het water terug in het vlotterreservoir of de
watertank (naargelang de stand van de kogelkraan
terugloopomschakeling).
–
De overstroomklep is in de fabriek ingesteld en ver-
zegeld. Instelling uitsluitend door de klantendienst.
Veiligheidsklep
–
De veiligheidsklep gaat open als de overstroom-
klep defect is.
–
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld en ver-
zegeld. Instelling uitsluitend door de klantendienst.
Laadstroombewaking batterij
–
Bij ontoereikende laadstroom van de dynamo bij
het laden van de batterij wordt het apparaat uitge-
schakeld.
–
Display storing: ERROR 1
Temperatuurbewaking wateringang resp.
koelwater
–
Wanneer de wateringangstemperatuur de maxi-
maal toelaatbare temperatuur overschrijdt, wordt
het apparaat uitgeschakeld.
–
Wanneer de koelwatertemperatuur de maximaal
toelaatbare temperatuur overschrijdt, wordt het ap-
paraat uitgeschakeld.
–
Display storing: ERROR 3
23
22
21
20
18
19
16 17
10
14
13
11
15
12
1
Reflector (aan beide zijden)
2
Achterklep
3
Gecombineerde rem-/achterlichten met richting-
aanwijzer (links)
4
Slangdoorvoering bij gesloten achterklep
5
Vergrendeling achterklep
6
Kenteken met kentekenverlichting
7
Gecombineerde rem-/achterlichten met richting-
aanwijzer (rechts
Watertekortbeveiliging vlotterhouder
–
De zekering tegen tekort aan water verhindert het
inschakelen van de motor bij tekort aan water.
–
Display storing: ERROR 4
Zekering tegen tekort aan water
–
De zekering tegen tekort aan water (doorstroom-
schakelaar) verhindert de oververhitting van de
brander bij tekort aan water. Alleen bij voldoende
watervoorziening gaat de brander in bedrijf.
–
Display storing: ERROR 5
Drukschakelaar/doorstroomschakelaar
–
De combinatie drukschakelaar/doorstroomschake-
laar schaklet het apparaat bij tekort aan water of
lekkage uit.
–
Display storing: ERROR 5
Bewaking vloeistofpeil
–
Bij tekort aan brandstof (brandstoftank leeg) wordt
het apparaat uitgeschakeld.
Aanwijzing: Als u het apparaat uit- en inschakelt,
kan deze telkens 5 minuten verderdraaien tot het
brandstofreservoir volledig leeg is.
–
Bij defecte brandstofvoeler wordt het apparaat uit-
geschakeld.
–
Display storing: ERROR 6
Overzicht
Apparaat-elementen
9
8
1
4
5
9
Zijlichten (aan beide zijden)
10 Klemwig
11 Steunwiel
12 Vanghaak
13 Contactdoos voertuigverlichting
14 Breektouw
15 Zwenkarm
16 Handrem
17 Koppelingshendel
–
De drukschakelaar schakelt de motor bij onder-
schrijding van de minimale motordruk uit.
–
Display storing: ERROR 7
–
De uitlaatgasbegrenzer schakelt de brander bij het
bereiken van een te hoge uitlaatgastemperatuur
uit.
–
Display storing: ERROR 9
–
Wanneer de watertemperatuur aan de branderuit-
gang de maximaal toelaatbare temperatuur over-
schrijdt, schakelt het apparaat de brander uit.
–
Bij defect temperatuurvoeler schakelt het apparaat
de brander uit.
–
Display storing: ERROR 10
–
De vlambewaking schakelt de brander bij een
branderstoring uit.
–
Display storing: ERROR 11 resp. 12
Uitschakeling na overschrijding van de tijd
voor bedrijfsgereedheid of continu gebruik
–
Wanneer de tijd voor bedrijfsgereedheid of continu
gebruik van 45 minuten wordt overschreden, scha-
kelt de elektronica het apparaat uit (fabrieksinstel-
ling).
–
Display storing: ERROR 14 resp. 15
De veiligheidspal aan het handspuitpistool verhindert
onbedoeld inschakelen van het apparaat.
1
2
3
6
4
7
19 Steunwielslinger
20 Vergrendeling motorkap
21 Motorkap
22 Uitlaatgasopening
23 Hijsoog
Motoroliedruk
Uitlaatgastemperatuurregelaar
Temperatuurbewaking brander
Vlambewaking
Veiligheidspal