NEDERLANDS
1
2
• Schroef de slang van de machine. Houd
een oude doek bij de hand om eventu-
eel gemorst water te kunnen opvegen.
• Maak het filter in de klep schoon met
een stevige borstel of met een doek.
3
35°
45°
• Draai de water-
kraan dicht.
• Schroef de slang
van de kraan.
• Reinig het zeefje
in de slang met
een harde bor-
stel.
• Schroef de wa-
tertoevoerslang
weer op de
kraan.
• Draai de toe-
voerslang aan de
achterkant van
het apparaat
naar links of
rechts om de in-
stallatie te verge-
makkelijken.
Plaats de sluit-
moer op de juiste
manier om wa-
terlekkage te
voorkomen.
• Draai de water-
kraan open.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de wasautomaat op een plaats staat
waar de temperatuur onder 0°C kan dalen,
gaat u als volgt te werk om eventueel in de
machine achtergebleven water te verwijde-
ren:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht,
3. schroef de watertoevoerslang los van
de kraan;
4. schroef de afvoerslang los van de ach-
tersteun en maak de slang los van de
gootsteen of tap,
1
5. plaats een opvangbak op de grond,
6. laat de afvoerslang op de grond lig-
gen, plaats de externe uiteinden van
de afvoer- en invoerslangen in de op-
vangbak op de grond en laat het water
helemaal weglopen,
7. schroef de watertoevoerslang weer te-
rug en plaats de afvoerslang terug:
Wanneer u de machine opnieuw wilt star-
ten, moet de omgevingstemperatuur hoger
dan 0°C zijn.
51
2