Vervang de batterijen als
Als de batterijen zwak of leeg zijn, kan geen nauw-
keurig meetresultaat worden gegarandeerd. Om de
batterijen te vervangen gaat u te werk zoals is be-
schreven onder punt 11. Batterijen plaatsen en ver-
vangen. Let erop dat de opgeslagen gegevens van
het weerstation bij het vervangen van de batterijen
verloren kunnen gaan.
25.2 Regenmeter bladerenzeef
Verwijder regelmatig bladeren en andere voorwerpen
die zich ophopen in de bladerenzeef van de regen-
meter. Alleen zo kan een nauwkeurige regenmeting
worden gewaarborgd.
26. Probleemoplossing bij storing
van de meetresultaten
26.1 Storingen van het
weerstation verhelpen
= Storing
= Mogelijke oorzaak
= Oplossing
= Windsnelheid, -richting en de gevoelstempera-
tuur worden aangeduid met „-„.
= De windsensor is niet meer verbonden met het
hoofdstation.
= Plaats de batterij van het weerstation opnieuw.
Verbind de windsensor opnieuw met het hoof-
dstation.
= Het hoofdstation zendt een geluidssignaal.
= Het alarm voor de gevoelstemperatuur is geac-
tiveerd. In de eerste 10 seconden van de eerste
minuut klinkt een geluidssignaal, in de tweede
10 seconden klinken er twee, daarna klinken
er 40 seconden lang 4 geluidssignalen. Vanaf
de tweede minuut en daarna klinken er iedere
minuut vier geluidssignalen.
= Stel het alarm voor de gevoelstemperatuur
opnieuw in.
86 NL/BE
op het display verschijnt.
= Na het plaatsen van de batterij klinkt er in het
hoofdstation een geluidssignaal.
= Als de hendel van de regenmeter bij het plaatsen
cq. verbinden van de regenmeter met het hoof-
dstation op de middelste stand staat, schakelt
de regenmeter direct over in de testmodus.
= Schuif de hendel van de regenmeter naar links
of naar rechts, voordat u de batterij in de regen-
meter plaats en de regenmeter met het hoofd-
station verbindt.
OPGELET! Het weerstation en de buitensensor bevat-
ten kwetsbare elektronische componenten. Radiogol-
ven die uitgaan van bijv. mobiele telefoons, portofoons,
afstandbedieningen of magnetrons kunnen de functies
van het weerstation en de buitensensor beïnvloeden
en tot onnauwkeurige meetresultaten leiden. Houd
het weerstation daarom op een zo groot mogelijke
afstand verwijderd van apparaten die radiogolven
uitzenden. Tevens kan elektrostatische lading de
meetresultaten beïnvloeden. Reset in dat geval het
weerstation en de buitensensor. Dit doet u door de
batterijen eruit te halen en na ca. 5 seconden er
weer in te plaatsen.
OPMERKING! Alle opgeslagen gegevens gaan
verloren.
Hindernissen zoals bijv. betonnen muren kunnen tot
gevolg hebben, dat de ontvangst duidelijk wordt
verstoord. Verander in dit geval de standplaats (bijv.
in de buurt van een raam). Let erop, dat de buiten-
sensor steeds binnen een bereik van max. 25 meter
(vrije veld) van het basisstation wordt gepositioneerd.
De aangegeven reikwijdte is de reikwijdte in het vrije
veld, wat betekent, dat er zich geen hindernissen
tussen de buitensensor en het basisstation bevinden.
Een „zichtcontact" tussen buitensensor en basisstation
verbetert in de meeste gevallen de transmissie.
Kou (buitentemperaturen beneden 0 °C) kan de
prestaties van de batterije van de buitensensor en
zodoende de transmissie eveneens negatief beïn-
vloeden.
Een andere factor, die tot storingen in de ontvangst
kan leiden, zijn lege of te zwakke batterijen van de
buitensensor. Vervang deze door nieuwe batterijen.