20
Handboek voor de gebruiker
U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1. Verwijder alle eventueel aanwezige opslagmedia uit de stations en schakel alle
aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer uit. Haal vervolgens alle stek-
kers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aan-
gesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen"
op pagina 14.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Zoek de geheugenaansluitingen op de systeemplaat. Zie "Onderdelen op de
systeemplaat" op pagina 11.
5. Verwijder de onderdelen en ontkoppel de kabels die het moeilijk maken om bij
geheugenaansluitingen te komen.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
v Als u een geheugenmodule vervangt, opent u de klemmetjes en verwijdert u
de aanwezige module, zoals hieronder te zien is.
Figuur 12. De geheugenmodule verwijderen
v Als u een geheugenmodule installeert, opent u de klemmetjes van de
geheugenaansluiting waarin u de geheugenmodule wilt installeren.
Figuur 13. De klemmetjes van de geheugenmodule openen