manoeuvre en het begin van de sluitmanoeuvre in de besturingseenheid programmeren. Programmering parameter: kies de
gewenste waarde met de toetsen
Snelheidsbeheer
• snelheid open
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende een openingsmanoeuvre; deze kan worden inge-
steld op een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 4 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 3 ingesteld. Programme-
ring parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• snelheid sluit
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende een sluitmanoeuvre; deze kan worden ingesteld op
een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 4 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 3 ingesteld. Programmering para-
meter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• snelheid vertraging openingsmanoeuvre
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende de vertragingsfase van een openingsmanoeuvre;
deze kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 4 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 2
ingesteld. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• snelheid vertraging sluitmanoeuvre
Met deze parameter programmeert u de snelheid van de motor gedurende de vertragingsfase van een sluitmanoeuvre; deze
kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumsnelheid) en 4 (maximumsnelheid); in de fabriek is de waarde 2 inge-
steld. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
Beheer kracht
• kracht openingsmanoeuvre
Deze parameter kan voor elke motor worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumkracht) en 4 (maximumkracht); in de
fabriek is de waarde 2 ingesteld. Deze functie dient voor het instellen van de maximumwaarde van de kracht, die de motoren
gedurende een openingsmanoeuvre op de vleugels uitoefenen, voordat de functie "obstakeldetectie" wordt geactiveerd. Pro-
grammering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
sen
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
• sluitkracht
Deze parameter kan voor elke motor worden ingesteld op een waarde tussen 1 (minimumkracht) en 4 (maximumkracht); in de
fabriek is de waarde 2 ingesteld. Deze functie dient voor het instellen van de maximumwaarde van de kracht, die de motoren
gedurende een sluitmanoeuvre op de vleugels uitoefenen, voordat de functie "obstakeldetectie" wordt geactiveerd. Program-
mering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
Voorwaarschuwing
• actief
Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is "OFF". Als deze functie is ingesteld op "ON",
kan de voorwaarschuwingstijd die verstrijkt tussen de inschakeling van het knipperlicht en het begin van een openings- of sluit-
manoeuvre worden geactiveerd. Deze tijd kan naar wens worden ingesteld en is nuttig om van te voren te waarschuwen voor
een gevaarlijke situatie. Belangrijk – Als deze functie niet actief is (OFF), zal het knipperlicht pas worden ingeschakeld op het
moment dat de manoeuvre begint. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met de toetsen
volgens op de toets "OK".
• tijd in openingsmanoeuvre
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 10 sec., in de fabriek is een
waarde van 3 sec. ingesteld. Met deze functie kan de tijd worden ingesteld dat het knipperlicht knippert om te waarschuwen dat
er een openingsmanoeuvre zal beginnen; deze tijd is gekoppeld aan de functie "voorwaarschuwing". Programmering parame-
ter: kies de gewenste waarde met de toetsen
• tijd in sluitmanoeuvre
Deze parameter wordt uitgedrukt in seconden en kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 10 sec., in de fabriek is een
waarde van 3 sec. ingesteld. Met deze functie kan de tijd worden ingesteld dat het knipperlicht knippert om te waarschuwen dat
er een sluitmanoeuvre zal beginnen; deze tijd is gekoppeld aan de functie "voorwaarschuwing". Programmering parameter: kies
de gewenste waarde met de toetsen
Stand-by
• actief
Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is "OFF". Door deze functie in te stellen op "ON"
is het mogelijk het verbruik van de automatisering omlaag te brengen. Programmering parameter: kies de gewenste waarde met
de toetsen
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
• modaliteit
De functie biedt 3 werkingsmodi:
❏ veiligheden – Door deze modus in te stellen zal de besturingseenheid, na afloop van een manoeuvre en na het verstrijken
van de stand-by tijd (parameter die geprogrammeerd kan worden in de functie "wachttijd"), alle zenders van de Bluebus foto-
cellen en alle led's uitschakelen, met uitzondering van de Bluebus led, die echter langzamer zal knipperen. Opmerking – Op
het moment dat de besturingseenheid een instructie ontvangt, zal de normale werking van de automatisering (dus zonder
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
en druk vervolgens op de toets "OK".
en
; kies vervolgens de gewenste waarde met de toet-
en
; kies vervolgens de gewenste waarde met de toetsen
en
en druk ver-