ONDERHOUD
Waarde alarmdrempel
Aan deze parameter kan een waarde tussen 0 en 64.000 (manoeuvres) worden toegekend; in de fabriek is de waarde ingesteld
op 1500 (manoeuvres). Met deze functie is het mogelijk een referentielimiet te programmeren; wanneer deze limiet wordt over-
schreden is het goed de automatisering een onderhoudsbeurt te geven. Om de drempel te programmeren dient u de gewens-
te waarde te kiezen met de toetsen
Deeltelling
Met deze functie is het mogelijk weer te geven hoeveel manoeuvres een automatisering heeft uitgevoerd na de laatste onder-
houdsbeurt.
Onderhoud wissen
Deze parameter is van het type ON / OFF; de in de fabriek ingestelde waarde is "OFF". Met deze functie kunt u de waarde van
de "deeltelling" wissen; dit moet gedaan worden na het uitvoeren van onderhoud op de automatisering.
Om de deeltelling te wissen kiest u de waarde ON met de toets
Historie gebeurtenissen
Met deze functie is het mogelijk de door de besturingseenheid gegenereerde of ontvangen "gebeurtenissen" weer te geven.
Onder "gebeurtenis" verstaat men een conditie die ertoe leidt dat de besturingseenheid zijn werkingsstatus verandert, zoals bij-
voorbeeld: de activering van een ingang, het eind van een manoeuvre, de inwerkingtreding van een fotocel of van de ingang 'alt'
etc. In dit gedeelte is het mogelijk de datum en het type van de gebeurtenis weer te geven.
Bijwerking firmware
De functie dient voor het bijwerken van de firmware van een besturingseenheid met een andere compatibele firmware, zonder
verplichting tot het vervangen van de kaart. Ga voor de bijwerking als volgt te werk:
01. Download het bijwerkingbestand van de firmware (de bijwerking van de software is beschikbaar op de internetsite www.nice-
service.com);
02. Selecteer onder het item "Geavanceerde functies" de functie "Bijwerking firmware";
03. In het scherm dat verschijnt selecteert u "Selecteer bestand" en selecteert u vervolgens het zojuist gedownloade bijwer-
kingbestand. Aan de linkerkant van het scherm zijn de gegevens met betrekking tot de software van de bij te werken inrichting
te lezen en aan de rechterkant de gegevens met betrekking tot de compatibele bijwerkingsoftware en hardwareversies;
04. Als het bestand compatibel is verschijnt op de knop het opschrift "Werk firmware bij"; als u dit selecteert, begint de bij-
werkingprocedure. Als na afloop van de procedure het opschrift "Bijwerking met succes voltooid" verschijnt, betekent dit dat
de bijwerking voltooid is. Als daarentegen op de knop het opschrift "Probeer opnieuw" verschijnt, selecteert u de knop om de
bijwerking opnieuw te doen.
Als u er niet in slaagt de bijwerking uit te voeren, is het mogelijk meerdere malen opnieuw te proberen of terug te gaan naar het
scherm "Lijst inrichtingen" door "Terug" te selecteren en daarna te beslissen op welke manier u verder wilt gaan. In dit scherm
zal de inrichting waarmee u eerder aan het werk was niet meer zichtbaar zijn, om hem weer te geven moet u de pijl rechtsonder
op het scherm selecteren en vervolgens de functie "Inrichtingen in boot-fase". Op die manier zoekt u inrichtingen die klaar zijn
voor een bijwerking van de firmware.
Op dit punt is het mogelijk opnieuw te proberen om de bijwerking uit te voeren, door de hierboven beschreven procedure in zijn
geheel te herhalen.
Als het niet mogelijk is de bijwerking uit te voeren, wordt aanbevolen contact op te nemen met de klantenservice van Nice.
Machtigingen gebruiker
Via deze functie kan de installateur selecteren welke functies en parameters voor de gebruiker zichtbaar en instelbaar moeten
zijn. De installateur kan om veiligheidsredenen bijvoorbeeld verhinderen dat de gebruiker de parameters voor kracht en snelheid
van de motor van een automatisering wijzigt.
De gebruikerstoegang kan uitsluitend beheerd worden via gebruik van het "wachtwoord installateur" (wachtwoordbeheer - al-
gemene functies). Opmerking – Alle parameters van de verschillende functies van een besturingseenheid of van een ontvanger
worden in de fabriek op 'gedeactiveerd' ingesteld.
en
, sla het gegeven vervolgens op met de toets "OK".
GEAVANCEERDE FUNCTIES
en drukt u op de toets "OK".