Spanning
Positie
Diagnostiek bluebus inrichtingen
Met deze functie kunt u het type inrichting, de werkingsstatus en de configuratie van de met de Bluebus verbonden inrichtingen
weergeven. Deze parameters zijn beschreven in Tabel 7.
PARAMETER
Bluebus
FOTOCELLEN:
FOTO
FOTO II
FOTO 1
FOTO 1 II
FOTO 2
FOTO 2 II
FOTO 3
FOTO APRI
FOTO APRI II
INSTRUCTIES:
CMD 1 (INSTR 1)
CMD 2 (INSTR 2)
CMD 3 (INSTR 3)
CMD 4 (INSTR 4)
OVERIGE:
POORT
BLOKKERING AUTOMATISERING
GEHEUGEN
BUS
STAND-BY
Dit is de gemiddelde spanning die gedurende de manoeuvre aan de
motor 2 wordt geleverd, berekend als percentage.
Geeft de fysieke positie van de bij de motor 2 horende encoder aan,
berekend als een percentage.
TABEL 7: DIAGNOSTIEK bluebus inrichtingen
BESCHRIJVING
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de fotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus is en of
het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de besturingsfotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus
is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de besturingsfotocel aanwezig is, wat zijn werkingsstatus
is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opgeslagen.
Geeft aan of de besturingsinrichting aanwezig is, wat zijn werkings-
status is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opge-
slagen.
Geeft aan of de besturingsinrichting aanwezig is, wat zijn werkings-
status is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opge-
slagen.
Geeft aan of de besturingsinrichting aanwezig is, wat zijn werkings-
status is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opge-
slagen.
Geeft aan of de besturingsinrichting aanwezig is, wat zijn werkings-
status is en of het gegeven correct in de besturingseenheid is opge-
slagen.
Dit is de constante werkingsstatus van de applicatie.
Geeft aan wanneer de automatisering geblokkeerd is na het verstu-
ren van een "Blokkeer" instructie.
Signaleert een probleem met betrekking tot de in het geheugen van
de besturingseenheid opgeslagen gegevens van de bluebus inrich-
tingen.
Geeft kortsluiting in de bluebus uitgang aan.
Geeft aan wanneer de besturingseenheid in stand-by status is.