FCC-verklaring
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten die zijn vastgesteld voor een
digitaal apparaat van klasse B, overeenkomstig Deel 15 van de FCC-regels. Deze
limieten zijn vastgesteld ten behoeve van een redelijke beveiliging tegen
schadelijke interferentie in een huiselijke omgeving. Dit apparaat genereert en
gebruikt radiofrequentie-energie en kan radiofrequentie-energie uitstralen en
kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig de instructies,
schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken.
Dit geeft echter geen garantie voor het feit dat interferentie kan optreden in
bepaalde installaties. Als dit apparaat schadelijke interferentie veroorzaakt van
radio- of televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat in-
en uit te schakelen, raden we de gebruiker aan de interferentie op een van de
volgende manieren op te heffen:
•
Verplaats de antenne of richt deze anders
•
Plaats het apparaat verder van de ontvanger
•
Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact dan de ontvanger
•
Raadpleeg uw leverancier of een ervaren radio-/televisietechnicus voor
hulp
Verklaring: Afgeschermde kabels
Om te voldoen aan de FCC-regulering, moeten verbindingen met andere
computerapparaten tot stand worden gebracht met afgeschermde kabels.
Verklaring: Randapparaten
Alleen randapparaten (invoer/uitvoerapparaten, terminals, printers, enzovoort)
die voldoen aan de bepalingen van Klasse B-limieten, mogen worden
aangesloten op deze apparatuur. Als u werkt met randapparaten die niet
voldoen aan de limieten, hebt u meer kans op interferentie van radio- en
televisieontvangst.
Waarschuwing
Wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen
de bevoegdheid van de gebruiker voor het bedienen van de computer, welke is
verleend door de Federal Communications Commission, teniet doen.
Voorwaarden voor gebruik
Dit onderdeel voldoet aan de bepalingen van Deel 15 van de FCC-regels. Voor
het gebruik van het apparaat moet worden voldaan aan twee voorwaarden: (1)
het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, waaronder interferentie
die ongewenste effecten kan veroorzaken.
61