UW GASKOOKPLAAT
Veilig gebruik
•
Het apparaat wordt heet tijdens gebruik en blijft dit enige tijd na
uitschakeling. Raak het apparaat daarom niet aan zolang het heet is.
•
Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het
apparaat werkt.
º
Zorg ervoor dat ovenwanten of pannenlappen niet te dicht bij
de vlam komen.
•
Verwarm geen dichte blikken en dergelijke op de kookplaat.
º
Er ontstaat een overdruk waardoor de blikken uiteenspatten.
U kunt zich hierdoor verwonden/verbranden.
•
Het apparaat mag niet in de buitenlucht geplaatst en gebruikt
worden.
•
Gebruik het apparaat niet als werkblad.
º
Het apparaat kan per ongeluk worden ingeschakeld of nog heet
zijn, waardoor voorwerpen kunnen smelten, heet worden of
vlam vatten.
•
Dek het apparaat nooit af met een doek of iets dergelijks.
º
Als het apparaat nog heet is of wordt ingeschakeld, bestaat er
brandgevaar.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u met olie of vetten werkt.
º
Oververhitte olie of vetten kunnen vlam vatten. Brandgevaar!
º
Mocht het vet of olie vlam vatten, gebruik dan nooit water
voor het blussen!
º
Doof de vlammen met een geschikte deksel, een vochtige doek
of iets dergelijks.
•
Wanneer onder het apparaat een lade zit, zonder tussenbodem,
mogen daarin geen licht ontvlambare voorwerpen/stoffen worden
bewaard.
NL 7
Veiligheidsvoorschriften