Inbedrijfstelling
besturingssysteem door een plaat isolatiemateriaal (kurk,
polystyreen of ander) tussen het systeem en de muur te
plaatsen.
5
INBEDRIJFSTELLING
De inbedrijfstelling voorziet in de controle/afstelling van
de verbrandingsparameters en mag uitsluitend door
een technische dienst worden uitgevoerd Robur. De ge-
bruiker/installateur is NIET gemachtigd tot het uitvoeren
van deze handelingen, op straffe van verval van de ga-
rantie.
De installateur is verplicht om controles vooraf uit te
voeren, zoals beschreven in paragraaf 5.1 p. 42 .
5.1
CONTROLES VOORAF
Paragraaf speciaal voor de installateur.
5.1.1 Preventieve controles voor de inbedrijfstelling
Vooraleer met de technische dienst contact op te nemen, na
de installatie, is de installateur gehouden om het volgende te
controleren:
Elektrische en gasinstallaties, geschikt voor het vereiste ver-
▶
mogen en uitgerust met alle veiligheidsvoorzieningen en
controle-inrichtingen opgelegd door de geldende normen.
Geen lekken in de gasinstallaties.
▶
Type gas waarvoor het toestel is voorzien (aardgas, LPG of
▶
andere).
Druk van de gastoevoer, overeenkomstig de waarden van de
▶
Tabel 3.1 p. 29 , met een maximale tolerantie van ±15%.
Correcte werking van het kanaal van de rookafzuiging
▶
Toevoeging van oxiderende lucht en afzuiging van dampen,
▶
correct uitgevoerd in overeenstemming met de huidige re-
gelgeving.
Elektriciteitsnet overeenkomstig de gegevens op het plaatje
▶
van het toestel.
Correct geïnstalleerd toestel, volgens de instructies van de
▶
constructeur.
Installatie uitgevoerd volgens de regels van de kunst, in
▶
overeenstemming met de geldende nationale en plaatselij-
ke normen.
5.1.2 Abnormale of gevaarlijke installatiesituaties
Indien er abnormale of gevaarlijke installatiesituaties worden
vastgesteld, zal de technische dienst de inbedrijfstelling niet uit-
voeren en kan het toestel niet worden gestart.
Deze situaties kunnen als volgt zijn:
De te respecteren afstanden zijn niet nageleefd.
▶
Onvoldoende afstand tot brandbare materialen.
▶
Condities waardoor geen toegang en geen onderhoud in
▶
veilige omstandigheden mogelijk is.
Toestel gestart/uitgeschakeld met de hoofdschakelaar in
▶
plaats van met de voorziene besturingsinrichting.
Defecten of gebreken van het toestel veroorzaakt tijdens het
▶
transport of de installatie.
42
Naleving van bovenstaande indicaties voorkomt onbe-
doelde opstarten en stilleggingen van het systeem en
zorgt voor optimaal comfort in de omgeving.
Gasgeur.
▶
Niet-conforme druk van het distributiegas.
▶
Niet-conforme rookgasafvoer.
▶
Alle situaties die tot storingen van de werking kunnen leiden
▶
of die potentieel gevaarlijk zijn.
5.1.3 Niet-conforme installatie en corrigerende
interventies
Als de technische dienst een niet-conformiteit vaststelt, is de ge-
bruiker/installateur gehouden om eventuele corrigerende inter-
venties vereist door de technische dienst uit te voeren.
Als (volgens het oordeel van de technische dienst) de veilig-
heids- en conformiteitscondities zijn voldaan na de uitvoering
van de interventies om dit op te lossen (voor rekening van de
installateur), kan worden verder gegaan met de inbedrijfstelling.
5.2
CONTROLE VERBRANDINGSPARAMETERS
Paragraaf exclusief voor de technische dienst voor-
behouden
De generator wordt geleverd met de gasklep die al ge-
kalibreerd is ten opzichte van de brandstof aangegeven
op de lijm naast de gasaansluiting. Bijgevolg moet tij-
dens de eerste ontstekingsfase alleen de CO
worden geverifieerd en moet, alleen als dit mislukt, of in
het geval van een gaswijziging, de gehele verificatiepro-
cedure worden uitgevoerd.
De controle van de CO
voerd met de deur gesloten, terwijl de kalibratie van de
gasklep moet worden uitgevoerd met de deur open.
Met een differentiaal manometer dient de druknippel A
van het gasventiel op de + (positief) van de manometer.
5.2.1 R15/R20/R30/R40/R50
De enige verificatie van de CO
met de punten 8-13 van de onderstaande procedure, na
het inschakelen van het apparaat. Als de test mislukt,
moet u de procedure vanaf het begin uitvoeren.
Afbeelding 5.1 p. 44
1. Indien het toestel actief is deze uitschakelen met behulp van
het besturingssysteem.
2. Open de thermogevormde deur.
-waarde
2
-waarde moet worden uitge-
2
-waarden komt overeen
2
5