3
3.2
TOEVOER VAN BRANDSTOFGAS
3.2.1 Gasaansluiting
3/4" M (modellen R15, R20, R30, R40, R50)
▶
3/4" F (modellen R60, R80)
▶
aan de achterzijde, naar links (zie Paragraaf maatschema's
1.2 p. 8 ).
Installeer een trillingswerende verbinding tussen het toestel
▶
en de gasleiding.
3.2.2 Afsluitkraan verplicht
Voorzie een (manuele) gasafsluitkraan op de gastoevoerlei-
▶
ding, vlakbij het toestel, om de gastoevoer naar het toestel
indien nodig af te sluiten.
Zorg voor een driedelige voeg.
▶
Voer de aansluiting uit in overeenstemming met de gelden-
▶
de normen.
Tabel 3.1 Druk distributiegas
Productcate-
Land van bestemming
gorie
AL, BG, CH, CY, CZ, DK, EE, FI, GR, HR, IT, LT, LV, MK, NO, RO, SE,
SI, SK, TR
II
2H3B/P
AT, CH
AL, BG, CH, CZ, ES, GB, GR, HR, IE, IT, LT, LV, MK, PT, SI, SK, TR
II
RO
2H3P
AT
II
DE
2ELL3B/P
II
2Esi3P
FR
II
2Er3P
II
2H3B/P
HU
II
2HS3B/P
II
LU
2E3P
II
2L3B/P
II
2L3P
NL
II
2EK3B/P
II
2EK3P
II
2E3B/P
I
2E
PL
II
2ELwLs3B/P
II
2ELwLs3P
I
2E(R)
I
BE
2E(S)
I
3P
I
IS
3P
I
LV
2H
I
3B/P
MT
I
3B
De druk van de gastoevoer van het toestel, zowel statisch als dynamisch, moet in overeenstemming zijn met de Tabel, met een tolerantie van ± 15%.
3.2.5 Verticale leidingen en condens
De verticale gasleidingen moeten voorzien zijn van een si-
▶
fon en een condensaflaat om de condens af te voeren die
zich in de leiding kan vormen.
Indien nodig moet men de leiding isoleren.
▶
3.2.6 Drukreduceerventielen LPG
Met de GPL moeten worden geïnstalleerd:
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud – Next-R
3.2.3 Dimensionering van de gasleidingen
De gasleidingen mogen geen te grote drukval veroorza-
ken, waardoor er onvoldoende druk naar het toestel wordt
aangevoerd.
3.2.4 Gastoevoerdruk
Dit toestel is uitgerust voor een maximale gastoevoer-
druk van 50 mbar.
De druk van de gastoevoer van het toestel, zowel statisch
als dynamisch, moet in overeenstemming zijn met de Tabel
3.1 p. 29 , met een tolerantie van ± 15%.
Een gasdruk die niet conform is (Tabel 3.1 p. 29 ) kan
het toestel beschadigen en een gevaar vormen.
Gastoevoerdruk [mbar]
G20
G25
G25.1
G25.3
20
20
20
20
20
20
20
20
25
20
25
25
25
25
20
25
25
20
25
20
25
20
20
20
20
20
25
20
25
20
Een drukreduceerventiel eerste sprong, in de buurt van de
▶
vloeibare gastank.
Een drukreduceerventiel tweede sprong, in de buurt van het
▶
apparaat.
Hydraulische installatie
G2.350
G27
G30
G31
30
30
50
50
37
30
50
50
50
37
37
30
30
30
30
50
30
30
37
30
30
30
37
37
13
20
37
37
13
20
37
37
30
30
30
30
29