Hydraulische installatie
3.3
ROOKGASAFVOER
Conformiteit aan de normen
Het toestel is gehomologeerd voor aansluiting op een
afvoerleiding voor de verbrandingsproducten van de
types vermeld in Tabel 1.2 p. 24 .
3.3.1 Aansluiting rookgasafvoer
Ø met 80 mm pakking, aan de achterzijde, bovenaan (zie
▶
maatschema paragraaf 1.2 p. 8 ).
Voor alle modellen en is het mogelijk om de uitlaataanslui-
ting van de achterzijde aan de bovenzijde van het apparaat te
verplaatsen.
Beweging van de rookafvoeraansluiting
1. Verwijder het bovenpaneel van de generator.
2. Verwijder de bovenste ontladingsblindplaat (detail 7,
zie maatschema paragraaf 1.2 p. 8 ) van het bovenste
paneel.
3. Draai de drie bevestigingsschroeven van de uitlaat los
aan de achterste kraag.
4. Plaats de uitlaatgassen in de inlaat van het bovenste
paneel.
5. Bevestig met de drie schroeven de uitlaatgassen aan de
bovenste inlaat.
6. Bevestig de blindplaat aan de achterste afvoer.
7. Plaats het bovenste paneel van de generator terug.
3.3.2 Aansluiting zuigbuis verbrandingslucht
Ø met 80 mm pakking, aan de achterzijde, bovenaan (zie
▶
maatschema paragraaf 1.2 p. 8 ).
3.3.3 Soorten installaties
De in onderstaande tabellen aangegeven lengtes
moeten worden begrepen in het geval van installaties
waarin de luchtpijp en/of de rookpijp een lineair traject
vormen zoals aangegeven in de respectieve figuren.
Anders moet worden overgegaan tot de berekening van
de verificatie van drukdalingen (paragraaf 3.3.4 p. 32 ).
Indien andere dan de door de fabrikant geleverde lei-
dingen worden gebruikt, moet ervoor worden gezorgd
dat deze geschikt zijn voor het type toestel waarop zij
zijn geïnstalleerd. In het bijzonder moet de temperatuur-
klasse van het kanaal afgestemd zijn op de bedrijfsken-
merken van het toestel en verenigbaar zijn met de che-
misch-fysische stabiliteit van het systeem zelf.
Gebruik in ieder geval kanalen die zijn goedgekeurd
volgens het uit te voeren installatietype. Robur heeft op
aanvraag stijve leidingen, coaxiale kanalen en goedge-
keurde terminals.
De gasluchtverhitters van de Next-R-reeks kunnen op volgende
manier geïnstalleerd worden.
30
3.3.3.1 Installatietype B23 met wandrookpijp
Afbeelding 3.1 Installatietype B23 met rookgasleiding Ø 80
A
Bovenaanzicht
Tabel 3.2 Maximaal toelaatbare lengtes type B23
Maximum toegelaten lengte (m)
Ø 80
R15
30
R20
30
R30
30
R40
28
R50
16
R60
10
R80
9
3.3.3.2 Installatietype B23 met dakrookpijp
Afbeelding 3.2 Installatietype B23 met dak rookpijp Ø 80
A
A
Zijaanzicht rechts
A
Rookgasbuizen
Ø 100
Ø 110
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
3