Elektrische installatie
Afbeelding 4.8 Zomer/winter omleidingsverbinding
1
2
3
Z1
4.4.6.3 Vermogensniveau beheer
Hoe externe toestemming te verbinden voor het be-
heren van generatorvermogensniveaus
1. Ga naar het elektrische schakelbord van het toestel volgens
de procedure 4.2 p. 35 .
2. Verwijder de elektrische brug 27 op de L-C-klemmen van het
interne klemmenblok.
3. Sluit het schone contact van de externe toestemming, door
middel van een kabel van 2x1 mm², aan op de aansluitklem-
men L-C van het aansluitblok zoals weergegeven in figuur
4.9 p. 40 .
De generator werkt op maximaal vermogen wanneer
het L-C-contact gesloten is, terwijl hij op minimaal ver-
mogen werkt wanneer het L-C-contact geopend is.
De maximum toegelaten lengte van de aansluitings-
kabel is 20 meter.
Afbeelding 4.9 Aansluiting generatorvermogensniveauschakelaar
L
A
Generator vermogensniveauschakelaar
•
Gesloten contact: generator op maximaal vermogen
•
Open contact: generator met minimaal vermogen
4.4.6.4 Tweetrapsthermostaat
Met een tweetrapsthermostaat (of chronothermostaat) is het
mogelijk om de functies van het beheren van het ontstekings-
en vermogensniveau van de generator in één opdracht te
combineren.
De aansluitingen moeten worden gemaakt volgens het elek-
trische schema van de gebruikte specifieke thermostaat
40
Z1
Zomer/Winter diverter
A
N
C
(raadpleeg de documentatie van de fabrikant van de thermo-
staat), met inachtneming van de aanwijzingen van de paragraaf
4.4.6.1 p. 39 met betrekking tot de toestemming voor de wer-
king van de generator en van de paragraaf 4.4.6.3 p. 40 met
betrekking tot het beheer van de twee vermogensniveaus van
de generator.
4.4.6.5 Werking als de-statifier
Alleen voor verticale lanceergeneratoren is het mogelijk om een
thermostaat te gebruiken, die op de juiste plaats is geplaatst, zo-
dat alleen de ventilator van het apparaat kan werken (met bran-
der uit), met de functie van de-uitstrijkapparaat.
Als de temperatuur die door de thermostaat op het installatie-
punt wordt gemeten hoger is dan de drempel die op de ther-
mostaat zelf is ingesteld, geeft deze alleen toestemming aan de
ventilator, die de massa hete lucht weer omlaag zal duwen.
De thermostaatverbinding wordt getoond in Figuur 4.10 p. 40 .
Afbeelding 4.10 De-uitstrijkapparaat thermostaataansluiting
N
L
1
9
M2
A
De generatorventilator wordt geactiveerd telkens wan-
neer hij toestemming krijgt van de De-uitstrijkapparaat
thermostaat, ongeacht enige andere toestemming.
4.4.6.6 Controle van meerdere generatoren met één
externe toestemming
Via een passende aansluiting op de in de vorige paragrafen be-
schreven terminals is het mogelijk om de specifieke functiona-
liteit op meerdere generatoren met één externe toestemming
te beheren.
Bij gecentraliseerd beheer van het in-/uitschakelen van meerde-
re generatoren wordt geadviseerd gebruik te maken van:
De digitale chronothermostaat OCDS008 (beschreven in pa-
▶
ragraaf 1.6.5 p. 23 ), tot 10 generatoren.
Genius software voor afstandsbediening OSWR000 (be-
▶
schreven in paragraaf 1.6.6 p. 23 ), tot 100 generatoren.
Als u deze instrumenten niet wilt gebruiken, kan het gecentra-
liseerde aan/uit-beheer worden uitgevoerd zoals beschreven in
de figuur 4.11 p. 41 , via een tijdprogrammeur en meerdere
kamerthermostaten. Door de aanwezigheid van omgevings-
thermostaten in dienst van elke generator kan de generator
alleen worden geactiveerd als het specifieke gebied een reële
behoefte aan warmte heeft, waardoor verspilling van energie
wordt voorkomen. De aanwezigheid van een tijdprogrammeur
maakt het mogelijk om de voeding van de generator, zelfs als
de omgevingsthermostaat daarom vraagt, te onderwerpen aan
een gecentraliseerde toestemming.
A
Demystificatiethermostaat (te
voorzien)
M2 Ventilatiethermostaat (reeds
aanwezig aan boord van de
generator)
4