7 Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Controlelijst vóór inbedrijfstelling
7.2
Sanitair warmwaterboiler in bedrijf stellen
30
200GHL
7.1.1 Watercircuits
1. Controleer visueel of alle aansluitingen van het sanitair warmwater
en warmtepompcircuits lekdicht zijn.
2. Breng isolatiemateriaal over de recirculatiepomp aan als deze niet is
aangesloten.
7.1.2 Elektrische aansluitingen
1. Controleer of de sensors goed op hun plaats zitten en aangesloten
zijn.
2. Controleer of de corrosiebeschermingsanode goed is aangesloten
3. Controleer of de circulatiepomp goed is aangesloten.
4. Controleer alle elektrische aansluitingen, vooral de aarding.
Zie
Warmtepomp installatie- en servicehandleiding.
Opgelet
Het is uiterst belangrijk om eerst het sanitair warmwatercircuit met
water te vullen voordat u de sanitair warmwaterboiler in gebruik
gaat nemen.
Toelichting
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
Toelichting
Tijdens het opwarmen kan er via de veiligheidsklep of via het vei
ligheidsaggregaat een bepaalde hoeveelheid water weglekken ten
gevolge van de uitzetting van het water. Dit is een heel normaal
verschijnsel, dat in geen geval verhinderd mag worden.
Toelichting
De warmwaterboiler moet tegelijkertijd met de warmtepomp wor
den opgeleverd en in bedrijf gesteld.
1. Controleer de goede werking van de thermostatische mengkraan op
de uitlaat van de sanitair warmwaterboiler.
2. Stel de thermostatische mengkraan (niet meegeleverd) zo nodig in
op maximaal 65°C.
Zie
Handleiding van de thermostatische mengkraan.
3. Controleer de veiligheidsklep of -groep.
Zie
Handleiding van de veiligheidsvoorzieningen.
Opgelet
De afvoerbuis van de veiligheidsklep of -groep mag niet worden
geblokkeerd.
4. Warmtepomp opstarten.
Toelichting
Zodra de sanitair warmwaterboiler is aangesloten op de warmte
pomp, wordt het systeem bediend vanaf het bedieningspaneel van
de warmtepomp en hoeft er niets aan de sanitair warmwaterboiler
zelf te worden gedaan.
7614071 - v03 - 08072015