3. Start het kortste programma met een
spoelfase, zonder afwasmiddel en
zonder vaat.
6. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Controleer of het ingestelde niveau
van de waterontharder juist is voor
de waterhardheid in uw omgeving.
Als dat niet het geval is, stelt u de
waterontharder in. Neem contact op
met uw plaatselijke waterinstantie
voor informatie over de hardheid van
het water in uw omgeving.
2. Vul het zoutreservoir.
6.1 De waterontharder instellen
Duitse
graden
(°dH)
47 - 50
43 - 46
37 - 42
29 - 36
23 - 28
19 - 22
15 - 18
11 - 14
4 - 10
< 4
1) Fabrieksinstelling
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
Het instellen van het niveau
van de waterontharder
1. Druk op de aan-/uittoets om het ap-
paraat te activeren. Zorg dat het ap-
paraat in de instelmodus staat. Zie
'Een programma instellen en starten'.
2. Houd Delay en Start tegelijkertijd in-
gedrukt tot de indicatielampjes (A),
(B) en (C) gaan knipperen.
Waterhardheid
Franse
mmol/l
graden
(°fH)
84 - 90
8.4. - 9.0
76 - 83
7.6 - 8.3
65 - 75
6.5 - 7.5
51 - 64
5.1 - 6.4
40 - 50
4.0 - 5.0
33 - 39
3.3 - 3.9
26 - 32
2.6 - 3.2
19 - 25
1.9 - 2.5
7 - 18
0.7 - 1.8
< 7
< 0.7
4. Stel de waterontharder af op de wa-
terhardheid in uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Er kunnen afwasmiddelen in het ap-
paraat achtergebleven zijn. Start een
programma om dit te verwijderen.
Gebruik geen afwasmiddel en ge-
bruik de mandjes niet.
Clarke-
graden
58 - 63
53 - 57
46 - 52
36 - 45
28 - 35
23 - 27
18 - 22
13 - 17
5 - 12
< 5
3. Druk op Program.
• De indicatielampjes (B) en (C) gaan
uit.
• Het indicatielampje (A) blijft knip-
peren.
• Het display toont de actuele instel-
ling van de waterontharder, bijv.
= niveau 5.
4. Druk herhaaldelijk op Program om
de instelling te wijzigen.
NEDERLANDS
9
Waterontharder
afstelling
Niveau
10
9
8
7
6
1)
5
4
3
2
2)
1