De instellingen voor een functie wijzigen
Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties.
1.
Raak het scherm van het bedieningspaneel aan, selecteer een functietabblad en laat uw vinger over het
scherm glijden. Raak dan het pictogram van de gewenste functie aan.
2.
Nadat u een functie hebt geselecteerd, tikt u op
instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan.
3.
Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
TIP:
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het
Configuratiemenu:
1.
Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar
beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op
2.
Blader door de schermen en raak ze aan.
3.
Raak de schermelementen aan om schermen of opties te selecteren.
TIP:
Dashboard
Met het dashboard op het bedieningspaneel van de printer kunt u de pictogrammen op het scherm gebruiken,
de status van de printer controleren of de huidige afdruktaken bekijken en beheren.
Om het Dashboard te openen, tikt of veegt u naar beneden in het tabblad
het bedieningspaneel.
12
Hoofdstuk 2 Aan de slag
Raak
(Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
Raak
(Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
( Instellingen ) en bladert u door de beschikbare
( Installatie ).
bovenaan het scherm in
NLWW