56
De printer reinigen
Verwijder de inktpatronen
a. Zet de printer aan en open de printerkap.
De inktpatronen verplaatsen zich naar het midden van de printer.
b. Zodra de inktpatronen zich in het midden van de printer bevinden,
moet u het zwarte netsnoer uit de achterzijde van de
printer lostrekken.
c. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op hun zijkant op een
stuk papier.
Let op
De inktpatronen mogen niet langer dan 30 minuten
buiten de printer blijven.
WAARSCHUWING Houd nieuwe en ongebruikte inktpatronen
Reinig de inktpatronen
a. Dompel een schoon wattenstaafje in gedistilleerd water en knijp
dit goed uit.
b. Pak de zwarte inktpatroon bij de gekleurde bovenkant vast.
c. Reinig de voorkant en de zijkanten van de inktpatroon zoals
getoond. VEEG NIET over de sproeiplaat.
Hier reinigen.
d. Houd de inktpatroon tegen het licht en kijk of er nog vezels op de
voor- of zijkanten zitten. Als er nog steeds vezels aanwezig zijn,
herhaalt u stappen 2a t/m 2c.
e. Herhaal stappen 2a t/m 2d voor de driekleurenpatroon. Gebruik
daarbij een ander schoon, bevochtigd wattenstaafje om
verontreiniging te voorkomen.
buiten het bereik van kinderen.
De sproeikop
NIET reinigen.