14.5 BOUGIE
De uitlaat wordt erg heet tijdens gebruik en blijft een tijdje
uitschakelen van de motor.
Reinig
of vervang
de bougie indien nodig. Zie motorhandleiding.
Controleer, verschoon en vervang
1. Verwijder
de
bougieplug en
2. Draai
de bougie
(7) uit met de bougiesleutel (20) en controleer.
3. Controleer de isolator. In geval van schade zoals bijv. B. Scheuren of splinters, bougie
4. Reinig bougie-elektroden met een draadborstel .
5. Controleer en
pas de
6. Schroef de
bougie erin
7. Plaats de bougieplug op de bougie .
Tip
Een losse bougie kan oververhit raken en de motor beschadigen. En het te veel aandraaien
van de bougie kan de draad in de cilinderkop beschadigen.
Hielbeker
Raak
de hete motor
de bougie
verwijder
vuil in het bougiegebied.
elektrodeafstand aan. Afstand zie TECHNISCHE GEGEVENS (17.)
en draai deze vast met de bougiesleutel
Bougie
ONDERHOUD
warm
, zelfs na
NOOIT aan.
.
het
vervangen
.
39